Arthur Rimbaud 4

Laatste brieven van Arthur Rimbaud (1854-1891)

 

 

Fotografie 1856/1857. Gustave Le Gray.  Arthur Rimbaud. Correspondenties Harar, 4.Laatste brieven van  Rimbaud. Franse literaire teksten Vertalingen Vivienne Stringa.
 
Fotografie 1856/1857. Gustave Le Gray 

 

Aden, 30 april 1891.

Lieve moeder, lieve zuster,


Ik heb jullie brief en de twee kousen ontvangen; maar ik heb ze in droevige omstandigheden ontvangen.

Omdat ik de zwelling van mijn rechterknie en de pijn in mijn gewricht steeds erger zag worden, zonder dat ik een genezing kon vinden of iemand die er naar keek, want in Harar zitten we midden tussen de negers en er zijn geen artsen hier, besloot ik om weg te gaan.
Ik moest mijn zaken achterlaten: dat was niet makkelijk, want ik had her en der overal geld ingestoken; maar uiteindelijk kon ik zo'n beetje inlossen.
Ik lag sinds twintig dagen op bed in Harar en ik was niet bij machte om te bewegen, met afschuwelijke pijnen en ik kon nooit slapen. Ik huurde zestien dragers bij de negers voor 15 thalaris per man, van Harar naar Zeilah; ik liet een brancard maken met een doek erover, en daarin heb ik zojuist in twaalf dagen 300 kilometer woestijn afgelegd die tussen het gebergte van Harar en de haven van Zeilah ligt.
Ik hoef u niet te vertellen wat ik heb geleden onderweg.
Ik heb niet één keer een stap zonder de brancard kunnen zetten; mijn knie zwelde zienderogen op, en de pijn werd alleen maar erger.

Toen ik aankwam hier, ging ik het Europese ziekenhuis binnen. Er is maar één kamer voor betalende patiënten: die heb ik. De Engelse arts schreeuwde, zodra ik hem mijn knie liet zien, dat het een synovitische tumor was die op een gevaarlijk punt was aangekomen als gevolg van grote vermoeidheid en gebrek aan behandeling. Hij sprak eerst van het amputeren van mijn been; daarna besloot hij om een paar dagen te wachten om te kijken of de zwelling met zijn behandeling een beetje zou afnemen.
Dat is nu zes dagen geleden, en er is geen enkele verbetering, behalve dan dat ik omdat ik lig en uitrust veel minder pijn heb.
Jullie weten dat synovitis een ziekte is van het gewrichtsvocht in de knie: dat kan erfelijk zijn, of komen door ongelukken, of van nog veel meer dingen. Bij mij is het wel zeker dat het komt van het vele lopen en paardrijden in Harar dat zo vermoeiend is.
Maar goed, zoals ik er nu voorsta is er geen hoop op genezing binnen minstens drie maanden, en dan onder de meest ideale omstandigheden. En ik lig gestrekt, mijn been is verbonden, vastgezet, aan een ketting, zodat ik hem helemaal niet kan bewegen.
Ik ben een skelet geworden; ik jaag iedereen angst aan.
Mijn rug is helemaal kapot van het liggen; ik kan nog geen minuut slapen. En de hitte hier is heel erg. Het voedsel van het ziekenhuis, dat ik toch heel duur betaal, is erg slecht. Ik weet niet wat ik moet doen. Aan de andere kant heb ik ook nog mijn rekeningen niet vereffend met mijn zakenpartner mijnheer Tian.
Dat zal pas over een week afkomen. Ik houd aan deze zaak ongeveer 35 duizend frank over. Ik zou meer gehad moeten hebben; maar juist door dit ongelukkige vertrek verlies ik een paar duizend frank.
Ik wil eigenlijk met een stoomboot vervoerd worden en in Frankrijk verder behandeld worden.
Met die reis zou ik de tijd nog wat meer kunnen verdrijven; en in Frankrijk zijn de medische zorg en de behandelingen beter en de lucht is lekkerder.
Het is heel waarschijnlijk dat ik ga komen. Helaas zitten die boten altijd vol omdat iedereen uit de koloniën wil vertrekken in deze periode; en ik ben een arme zieke die heel langzaam en voorzichtig vervoerd moet worden! Enfin, ik zal over een week mijn beslissing nemen.
Maar wees niet te verschrikt door dit alles. Er zullen betere dagen komen.
Maar het is wel een trieste beloning na zo hard werken, zoveel ontberingen en tegenslagen! Helaas, wat is ons leven toch miserabel!

Ik groet jullie met heel mijn hart.

Rimbaud.

P.S. wat die kousen betreft, die zijn niet meer nodig. Ik verkoop ze wel ergens.