Baudelaire aan Alphonse de Calonne. Honfleur, 11 februari 1859.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN ALPHONDE DE CALONNE
Honfleur, 11 februari 1859.
Mijn waarde Directeur,
- De enveloppe die ik u terugstuur verzekert u dat indien u het pakje pas de 12e ontvangt, uw pakje pas de 10e vanuit Parijs is opgestuurd.
Is dat nog binnen de tijd? - U gaat me een heel heftig verdriet doen als u opnieuw de opdracht er niet in zet.
Dezelfde postbode die me uw brief geeft heeft ook een brief voor me van mijnheer Christophe die me niet alleen zijn skelet aankondigt, maar ook nog een ander skelet dat veel beter afgewerkt is.
Echt, het is wel het minste dat ik zijn naam boven een gedichtje zet om hem te bedanken.
Maakt u zich geen zorgen, mijnheer Christophe is een meer dan gedistingeerd man wiens naam uw revue in geen geval kan schaden.
Hij is de auteur van het figuur van la Douleur (bij de Exposition Universelle) en van een prachtig beeld voor La Cour du Louvre. - 1e strofe.
Ik haal het mannelijk weg (dat terugslaat op skelet (woord dat er niet staat)) en ik vervang het door het vrouwelijk waardoor het meteen begrepen wordt. - 2e strofe.
U heeft de verkeerde variant gekozen.
Eerst staat er in de strofe ervoor gouffre de tes yeux pleins d’horribles pensées.
Des yeux pleins d’épouvantes is dan dubbel.
Het lijkt wel of ik geen voorstellingsvermogen meer heb.
Gouge is een prachtig woord, een uniek woord, een woord uit de oude taal, dat kan worden toegepast op danse macabre, dat een modern woord is in les danses macabres. STIJLEENHEID, in eerste instantie is une belle gouge alleen maar een mooie vrou.
Daarna is la gouge de courtisane die het leger volgt, in de tijd waarin de soldaat, niet meer dan de priester, niet loopt zonder een achterban van courtisanes.
Er waren zelfs reglementen die deze wandelende wellustigheid toestonden. Wel, is De Dood niet la Gouge die overal la Grande Armée universelle volgt, en is zij niet een courtisane wiens omhelzingen bevestigend onweerstaanbaar zijn?
Kleur, antithese, metafoor, alles klopt exact. Hoe kan uw kritische gevoel dat zo precies is, mijn bedoeling niet hebben geraden?
Ik roep uw blik aan voor Lovelaces. Als het een zelfstandig naamwoord is, dan krijgt het een kleine letter l, en een –s op het eind.
Als het een eigennaam is dat wij af en toe generaliseren, dan krijgt het een hoofdletter L en geen –s, volgens de regel.
Eigenlijk is Lovelace bijna een zelfstandig naamwoord in de spreektaal. Ik opinieer voor de kleine letter l en het meervoud.
Danse macabre is geen persoon, maar een allegorie. Volgens mij komen er dan geen hoofdletters.
Het is een heel bekende allegorie, en betekent: de trein van deze wereld die leidt naar de Dood.
Alles gaat goed, zegt u.
Des te beter, want ik heb mensen gezien die wensten dat het helemaal niet goed ging.
Doet u de groeten aan mijnheer Hervé.
En de hartelijke welgemeende groeten aan madame de Calonne.
Ik werk voor u.
Ch. Baudelaire.
Christophe hoeft niet in de index. Dat stond allemaal met verkeerde interpunctie.