Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 27 april 1960.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 27 april 1960.
Het heeft geen zin om u vandaag de proefdruk terug te sturen.
Ik ben momenteel hard aan het beitelen op die biografienoot over de Quincey. Ik heb de documenten hier voor me liggen, en die heb ik niet van Sasonoff gekregen.
Guys heeft me niet geantwoord, maar ik heb de lijst met kranten met een Engelse boekhandelaar gemaakt.
Mijn apotheker heeft me zijn noot niet opgestuurd, ik heb hem wel notities opgestuurd en hem gevraagd of hij zijn ideeën met de mijne wil schrijven. Als ik morgen nog niets van hem gehoord heb, dan doe ik het zonder hem, of ik laat het weg.
Stuur mij maar wel de twaalfde en de dertiende.
Ook al zou ik dan de drie die goed zijn om te drukken samen moeten afgeven.
Ik zal aan de wissels denken, en ik ga naar Honfleur om mijn paperassen eens goed door te spitten.
C.B.