Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 7 december 1858.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, november 1858.
Beste Malassis,
Omdat het tijdstip waarop ik voorgoed Parijs ga verlaten naderbij komt, zou ik u zeer erkentelijk zijn indien u mij kunt vertellen wanneer u denkt hier te komen.
Schrijf me vandaag nog.
Geheel de uwe.
Ch. Baudelaire.
Quai Voltaire 19.
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 7 december 1858
9 uur ’s avonds.
Beste vriend,
U heeft me heel gelukkig gemaakt, en nu maakt u me heel ongelukkig.
Alles wat er in uw brief staat is heel terecht en echt onweerlegbaar, behalve het einde (L´expédiant) wat absurd is.
Toch beantwoord ik uw brief, want die is al met al alleen maar een herhaling van bezwaren die u en ik ook al hebben voorzien en die ik hoopte weg te halen en u onbeduidender te laten lijken.
Allereerst twee dingen: ten eerste, als ik al het werk had gedaan dat staat voor het gewenste bedrag, dan had ik uw hulp niet hoeven inroepen. Ten tweede, kunt u zien dat ik niet had verborgen dat het een uitzondering was waar ik om vroeg.
Maar tegelijkertijd had u had u wel begrepen dat het voor mij een kwestie was van veiligheid, onmiddellijk plezier, en daaruit volgend een actievere arbeid. Had dit dan geen waarde, minstens een morele waarde?
Als u mij iets moeilijks vraagt om te doen, of iets dat zelfs een risico met zich meebrengt, dan zal ik ook mijn best doen om dat uit te voeren.
Dan nu uw brief. Ik zei al, om het kort samen te vatten: “Ik heb een contract waaraan ik moet voldoen.
Hij geeft me een termijn van zes maanden. Ik delegeer aan u het inkomen dat in het contract staat, en, als antwoord in geval van luiheid of overlijden, laat ik u een reçu na van een uw wissels, met de mogelijkheid van vergoeding over een inkomen van een andere aard.”
In geen van beide gevallen, geef ik toe, is er geen garantie van overeenstemming tussen uw termijnen en die van mij.
(In uw brief is alleen sprake van deze vreselijke overeenkomst.)
Toen u tijdens ons gesprek dit bezwaar had geuit, dat inderdaad nogal ernstig is voor u, heb ik u geantwoord dat ik daar alleen aan kon beantwoorden middels ijver en een belofte die de Calonne me had gedaan waarin hij altijd en stap voor stap zou drukken wat ik hem aan materiaal zou leveren.
Nog een paar opmerkingen: niets van wat ik u gezegd heb is absurd. U twijfelt aan niets van wat ik u gezegd heb.
Probeer dus om in uw hart een nieuw middel te vinden om me de rust te geven die ik zo erg zoek.
Bijvoorbeeld: wissels van mij, te innen bij mijn moeder (kleine toegevoegde garantie, dat wil zeggen de afschuw van een protest bij mijn moeder) en omdat Malassis verantwoordelijke blijft als degene die int, zou ik hem tevens de twee betreffende overdrachten geven, hoe absurd dat ook mag klinken.
Moet ik u nog vertellen dat u op mij mag schieten, zoals u daartoe de intentie had (ik dacht net aan deze onbenulligheid), en dat ik u verzoek om alleen maar duidelijk te zijn?
Aangezien u een bizarre geest heeft, moet ik u verzoeken om hier noch een epigram noch een vleierij in te zien.
Het was fout van u om de verklaring van uw angsten te bekronen met de scherpe kritiek tegen de indiscrete mensen. Waarom wilt u dat ik de fouten draag die niet de mijne zijn?
Geheel de uwe. Antwoord naar rue Beautreillis 22, en onmiddellijk.
U raadt vast wel in wat voor toestand ik nu zit.
C.B.
Groeten aan de Broise, ik hoop ten zeerste dat u dit niet allemaal aan hem vertelt.
Als u niet terugschrijft naar rue Beautreillis 22, krijg ik uw brief pas heel laat.