Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 30 december 1858.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 30 december 1858.
Beste Malassis,
Alles gaat goed. Laat, om de tijd te verkorten (mijn persoonlijke prullen zullen de 4e verkocht worden), de overdrachten aan Chaussepied plaatsvinden, de ene omtrent La Revue contemporaine, de andere over les Fleurs en Edgar Poe (3 delen).
Ik schrijf u geen details.
U moet de brief van Tenré maar lezen. Die heeft vier zinnen.
Ik vertrek vanavond of morgen. Neem het me niet kwalijk, als ik deze keer het boeket bloemen niet meeneem voor uw zuster. Dat is voor over twee of drie dagen.
Calonne heeft net voor 10000 frank de roman van Feydeau gekocht, vijftien vellen.
Ik ontplofte, maar het schijnt speculeren te zijn!
Geheel de uwe. – Er is geen enkele vernieuwing nodig.
C.B.
Geen Spaarkas. Het komt door uw Lauzun, of liever uw Lacour, dat Tenré niet alles in één keer doet.