Baudelaire aan Eugène Crépet. Parijs, 15, 25 augustus 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN EUGÈNE CRÉPET
Parijs, 15 augustus 1859.

 

    Hierbij verzoek ik u om voor mij aan mijnheer Albert de naam, het adres en de prijzen te geven van de snelste en intelligentste van uw kopiisten.

    Mooi handschrift, en niet te veel fout.

    Wilt u de groeten doen aan madame Crépet.

Ch. Baudelaire.

AAN EUGÈNE CRÉPET
Parijs, ongeveer 25 augustus 1859.

 

Beste Crépet,

    Dit is twee keer gelezen en geretoucheerd. Ik neem me voor om het nog een beetje te retoucheren en hiervoor verzoek ik om uw belofte, om deze notities in strokenproeven te zetten. Want dan zal ik volgens mijn gewoonte het wat helderder zien.

    En dan kan ik rustiger Parijs verlaten.

    Drie drukproeven van elk.

Ch. Baudelaire.

Wees niet ongerust, ik zal geen enorme veranderingen aanbrengen.

Wanneer u toe bent aan de Engelse literatuur, dan zal ik ervoor zorgen om uw 260 frank terug te betalen, niet met kritieken, maar met pure vertaling.

De stukken die voor Barbier en Moreau gekozen moeten worden zijn niet aangegeven.

Denk aan La Tentation van Barbier, een stuk dat niet herdrukt is.

  Inhoudsopgave     Volgende brief