Baudelaire aan Eugène d' Auriac. Parijs, begin september 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN EUGÈNE D’AURIAC
Parijs, begin september 1860.

 

Geachte heer,

    Een vriend van ons beiden, de heer Melvil-Bloncourt, vertelde me dat ik op uw welwillendheid kon rekenen voor de inzage in de nummers van een klein onbekend tijdschrift, Le Présent.
De persoon die u deze brief zal overhandigen heb ik opgedragen om de fragmenten over te schrijven waarin ik geïnteresseerd ben.
Het is belangrijk dat ik enkele fragmenten van gedichten terugvind in een of twee van de nummers.

    Als het mogelijk is om hem tegelijkertijd de collectie van L’Artiste uit 1858 te geven, dan zou u mij volmaakt gelukkig maken.

Mijn grootste dank gaat naar u uit, hoogachtend,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief