Baudelaire aan Madame Aupick. Parijs, 11 december 1858.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, 11 december 1858.

 

Lieve moeder,

     Ik stuur je een nieuw pakket want al mijn vertraging betekent niet dat ik mijn doel heb laten varen.

     Schrijf me maar niet, maar als je me schrijft, doe dat dan wel naar de rue Beautreillis 22.
Ik kan alleen wel in Alençon zijn als je brief aankomt.

     Morgen haal ik mijn laatste spullen op uit hôtel Voltaire.

     Ik heb je nog vier keer dingen te sturen, waarvoor ik kisten zal laten inpakken of enveloppen na mijn zeer korte verblijf in Alençon.

     Mijn Opium bezorgt me veel onrust.
Ik heb het idee dat ik iets vreselijks heb gedaan.
Wat een moeite om alle soorten vergif te leren kennen zonder dat ik er meer talent uit kan halen.

     Je hebt L’Amour ontvangen van Michelet, immens succes, vrouwensucces.
Ik heb het niet gelezen, en ik denk te kunnen raden dat het een afstotelijk werk is.

     Fanny, immens succes, afstotelijk boek, echt heel afstotelijk.

     Voor wat betreft Sonnets humouristiques, dat is een charmant boek.

     Als ik wat geld over heb, dan neem ik wat nieuwjaarscadeaus voor je mee.

Ik omhels je met heel mijn hart. – Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief