Baudelaire aan Mme Aupick. Parijs, 26 november 1859.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN MADAME AUPICK
Parijs, 26 november 1859.
Lieve moeder,
Je kunt gerust zijn voor die 1000 voor de 12e. Er zal nooit een schandaal komen voor mij in Honfleur. Ik heb al 700. Er moet nog meer dan 500 frank betaald worden voor de 1e – ik zal die morgen op de post doen bij de Spoorwegen, ik heb het hier.
Je bent echt duizendmaal goed, duizendmaal charmant.
Ik voel alles wat ik je schuldig ben voor zoveel goedheid. Maar je moet niet hopen dat ik alleen omdat jij dat wilt aardig word voor anderen.
Ik zal je overmorgen uitgebreider schrijven om je uit te leggen wat ik doe en wat ik nog moet doen.
Ik heb naar Parijs zes handdoeken meegenomen van die soort. Een is er gestolen in het hotel.
Ik omhels je met heel mijn hart.
Je bent duizendmaal meer waard dan ik, en je bent ook jonger dan ik.
C.B.