Baudelaire aan Théophile Gautier. Parijs, 29 april 1861.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN THÉOPHILE GAUTIER
Parijs, 29 april 1861.

 

Beste Théophile,

     Weet je nog dat ik je vertelde over een oude vriend, de heer Rodolphe Bresdin, die weer terug in Parijs is bij ons na twaalf jaar afwezigheid.

     Ik weet niet of zijn tekeningen in de Salon worden ontvangen, maar in ieder geval zou het goed zijn als jij er een paar van hem zag.
Ik ken je goed genoeg om te voorspellen dat er daar dingen in zitten die jou heel erg zullen bevallen. Verwelkom Bresdin dus als een oude kennis; misschien krijg je dat gevoel wel van hem zodra je zijn werk kent.

Je vriend,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief