Baudelaire, correspondentie, aan Alphonse Baudelaire. Lyon, 27 Xber 1835.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd
AAN ALPHONSE BAUDELAIRE 1
Lyon, 27 Xber 1835.
14 jaar oud
Beste broer,
Het is al een hele tijd geleden dat ik van je gehoord heb, en het is ook al heel lang geleden dat ik zelf wat van me heb laten horen.
Als jongere broer is het rechtmatig dat ik als eerste vraag hoe het met je gezondheid gaat, wat je aan het doen bent, hoe het met je zaken gaat.
Met mij gaat het heel goed, ik ben dik en vet, en ik verveel me enorm. En toch studeer ik hard, ik blok, ik heb goede cijfers. Sinds het nieuwe schooljaar vierde, tweede, tiende, eerste, tweede, zesde, eerste.
Twee keer eerste en twee keer tweede, dat zijn, denk ik wel, mooie onderscheidingen.
Dit bewijst je wel dat ik niet minder goed werk, hoewel jij sinds enige tijd niet erg kwistig bent geweest met brieven en goede raad naar mij toe.
En ik hoop dat je omdat je nu wel gedwongen bent om me lofuitingen te geven, je me nu eindelijk wel schrijft.
Wanneer men hard werkt is het eerlijk dat men zich ook mag amuseren, daarom vermaak ik me momenteel ook op het ijs, ik zoek een nieuwe manier van genieten, om het kort te maken ik leer schaatsen.
Ik denk dat jij tijdens de vakantie en daarvoor al veel op jacht bent geweest en dat je heel wat wild hebt gedood. Ik heb zelf nog nooit gejaagd in mijn leven.
Trouwens is er in Lyon waar mijn vader steeds maar zit opgesloten geen enkele gelegenheid om te jagen, en bovendien zijn moeders bang voor buskruit. Het is goed mogelijk dat jij de eer krijgt om me in te wijden in de geneugten van deze oefening. Want ik kom binnenkort naar Parijs, en ik zal er geweest zijn zonder op jacht te zijn geweest.
Dit is het laatste jaar dat ik in Lyon ben, ik ga met mijn retorica in Parijs beginnen (ik bedoel klassiek jaar).
Anders had je me over drie dagen in Parijs kunnen verwachten. Ik ben nu veertien jaar en negen manden. Je kunt dus zeggen vijftien jaar.
Drie maanden zijn zo vlug voorbij.
Tijd vliegt heel snel voor degenen die hem goed gebruikt.
Omdat ik lovend over mezelf ben vandaag, zul je me vast heel weinig bescheiden vinden.
Overigens:
Het is een terechte trots als men die verdienste noemt.
Ik weet niet in welke les we dit vers laatst geleerd hebben, het was het enige dat ik onthouden heb, ongetwijfeld omdat ik het een terechte gedachte vond.
In deze regels zijn de scholier en de betweterij die slaagt in humaniora en retorica heel goed te merken.
Overigens zul je mij al die vervelende onbenulligheden best vergeven, ik schrijf een brief aan mijn broer, en het zou belachelijk zijn als ik me moest schamen als ik mijn broer schrijf.
Deze brief krijg je vast over drie dagen, de eerste van het jaar 1836. Daarom wens ik je samen met mijn ouders een gelukkig Nieuwjaar, voor jou en aan de hele familie, in het bijzonder mijn zuster, en Théodore.
Goede gezondheid, en schrijf me snel terug, als je kunt.
Ch. Baudelaire.
Ons adres voor het geval je het vergeten bent is rue d’Auvergne nummer 4.
1 Alphonse Baudelaire, de halfbroer van Charles, was een zoon uit een eerder huwelijk van zijn vader.