Baudelaire, correspondentie. Aan Madame Aupick. Parijs, 16 december 1847.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode
AAN MADAME AUPICK
Parijs, 16 december 1847.
Je zit vast midden in de verhuisproblemen, en wat ik je wil vragen zal je misschien een beetje lastig vinden.
Ik heb je veel te vertellen en uit te leggen. Een brief schrijven kost me meer moeite dan een boek schrijven. Aan de ene kant vind ik alles bij jou thuis vreselijk, vooral je huispersoneel.
Ik wilde je vragen vandaag naar het Louvre te komen, in de grote Salon carré, en jij mag aangeven hoe laat, maar zo vroeg als je kunt. Het museum gaat overigens pas om 11 uur open.
Het is de plek van Parijs waar je het beste kunt praten. Het is verwarmd, je mag er wachten zonder je te vervelen, en daarbij is het de meest gepaste plaats voor een vrouw voor een afspraak. Maar als het je toch teveel stoort, zoek dan maar een andere manier.
Ik zou bijna vergeten je te vertellen, omdat je geen kaartje hebt, dat je bij de conciërge mijn naam moet noemen, en dat je je zoon komt ophalen. Hij zal daarvan weten.
Snel een antwoord alsjeblieft. C.B.
Ik zal er voor zorgen dat ik er het eerst ben.
Ik wil je bedanken voor je laatste brief, die toon had je al lang geleden niet meer.
Door die brief ben ik aangezet om je om die afspraak te vragen.