Baudelaire, correspondentie, aan Madame Aupick. Parijs, 1837.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, 1837.

16 jaar oud

Mama,

    Ik heb een verdrietige mededeling voor je: ik moet zondag overblijven, en nog wel voor een stom iets, omdat ik bij tekenen het gewaagd heb met de pen te tekenen. Dat is streng, nietwaar?
Maar goed, ik wilde het je zo snel mogelijk schrijven, omdat ik bang was dat je Joseph al gestuurd had om me op te halen.
Ik denk dat je me zelf wel zult vergeven voor een dergelijke pietluttigheid.
De cijfers zijn net uitgereikt, ik ben zevende.
Adieu. Het spijt me.
Veel liefs voor papa, kijk of je mij voor volgende week donderdag of zondag hieruit kunt krijgen, welke dag heb jij liever?

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief