Baudelaire, correspondentie. Aan Madame Aupick. Parijs, 2 januari 1848.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode
Vertalingen Vivienne Stringa.
AAN MADAME AUPICK
Parijs, 2 januari 1848.
Lieve moeder,
Mijn excuses voor het feit dat ik niet gelijk naar je toe ben gekomen zoals ik dat beloofd had.
Wees er helemaal zeker van dat ik niets vergeten zal van wat ik je beloofd heb.
Ik kom nog niet gelijk naar je toe, omdat ik je eerst heel graag zeker wil bewijzen dat mijn zaken beter gaan, en ten tweede om een reden waar je om zult moeten lachen, zo kinderlijk vind je dat, en dat is dat ik me niet mooi gekleed vind om bij jou thuis te komen.
Over twee of drie dagen. B.D. 1
Je hebt me een onderbroek gestuurd die niet van mij is.
Behalve wat problemen ben ik gerust en heel zeker dat alle dingen geregeld zullen gaan worden zoals ik dat bedoel.
1 B.D: Baudelaire ondertekende sommige brieven met Baudelaire Dufaÿs, de meisjesnaam van zijn moeder Caroline.