Baudelaire, correspondentie. aan Mijnheer Rard. 1848

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MIJNHEER Rard
1848.

 

Geachte Heer,

U noemt mij ultraliberaal, en u denkt dat u mij daarmee beledigt. Ik zou u eigenlijk moeten bedanken voor elk antwoord.

     Maar laten we dit onterende epitheton toch even nader onderzoeken. Ik doe het woordenboek open en ik zie dat de eerste betekenis van dit woord als volgt is: hij die houdt van geven.
In die betekenis wed ik dat u zichzelf naast mij ook ultraliberaal zou noemen, en u zou mij die benaming dan misschien zelfs niet eens meer geven. Maar u zou het zelf vast wel aannemen, en dan zou u volgens uw eigen mening nog liberaler zijn dan ik, maar, omdat het niet aannemelijk is dat u uzelf wilt beledigen, kan ik de mooiste helft van de waarde van dit woord al bekijken als neigend naar mijn lofuiting.

     In figuurlijke zin betekent het: hij die grootse, edele en vrijgevige ideeën heeft.
Ik denk dat ik nog kan beweren dat u denkt dat u edel denkt, vrijgevig handelt, en dat uw gedachten even vrij als verheven zijn.
Hier torn ik dus nog een lofuiting van u los, of die ik tenminste met u deel.

     Er zit nog een derde betekenis aan dit woord, nog niet erg verduidelijkt, die beter verstaan wordt dan gedefinieerd, maar die de geest niettemin precies in de volgende woorden meet: liberale meningen, zoals die onderwezen worden door vrome Lanjuinais, de deugdzame La Fayette, de harde Beauséjour en de strenge d’Argenson.
Als u het woord liberaal in deze laatste betekenis als een schandvlek aan mijn naam wilt verbinden, en als u mij met deze heren verwart, dan hoef ik me niet meer te schamen.
Als er hoogst eerlijke mensen zijn, en daar twijfel ik niet aan, immers u zegt dat ook, hebben zij de top van de perfectie bereikt en vanaf dat hoge punt werpen zij zoveel licht dat men hen niet kan vastzetten.
Ik houd van het licht dat me leidt, en niet het licht dat me verblindt en me verschillende afgronden instuurt.

     Zou u soms met ultraliberaal iemand bedoelen die alleen maar in wanorde en zedeloosheid leeft?
Dan moet hij maar eens langskomen, de eerste die ik zie daar spreek ik de banvloek over uit. Maar ik kom hem overal tegen.
Ik zie hem bij u in de buurt, vandaag, blozend in het bloed de kleur rood die hij zonder smet noemt, en die hij alleen maar gekozen heeft om tussen hem en zijn aanklagers te zetten.

     Geachte heer, na mezelf eerst goed onderzocht te hebben kan ik niet geloven dat u een bepaald woord zozeer heeft willen verminken, in mijn voordeel; een woord dat alleen verschrikkelijk is voor de dommeriken van de hoge kringen en meestal ook voor regeringsvijanden die terugvallen op deugd en rechtspraak omdat die vrijheid en gelijkheid garanderen.
En dus, omdat ik u noch dom vind noch een vijand van vrijheid en burgerlijke gelijkheid, wil ik u oprecht hartelijk bedanken voor uw goedheid mij de mooiste benaming te geven die een burger maar kan dragen.

     Funest effect der passies, gij zult mijn ogen niet fascineren!
Dat voel ik diep in mijn hart: er zijn mensen die echt liberaal zijn, omdat er mensen zijn die nog van de werkelijke glorie en deugd houden.

Ik groet u, geachte Heer.

Ch. B….

  Inhoudsopgave     Volgende brief