Baudelaire, correspondentie, aan Mme Aupick. Neuilly, 22 juni, 9 juli 1851.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Neuilly, zondag 22 juni 1851.

 

Lieve moeder,

    Het is zulk slecht weer dat ik je niet wil laten natregenen door naar die absurde afspraak te gaan in een café.
Ik hoop dat ik nog op tijd schrijf zodat je niet voor mij naar buiten gaat.
Morgenochtend ga ik terug naar Neuilly.
Kom je cadeau dus brengen, of stuur het op, maar probeer te komen.

Veel liefs.

Charles.

Ik blijf de hele dag op mijn kamer.

AAN MADAME AUPICK
Neuilly, woensdag 9 juli 1851.

 

     Door de noodzaak om mijn artikel af te maken en naar de uitgever te gaan kon ik niet doen wat je me vroeg; maar ik geef je mijn woord dat je het vanavond hebt.
Je gaat morgenochtend pas weg. Je conciërge zal je het pakketje vanavond geven.

Charles.

    Ik vond het passend om je vanochtend een briefje te schrijven, want ik dacht dat je wel zou denken dat ik wel zo slordig zou zijn je te vergeten.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief