Baudelaire, correspondentie, aan Mme Aupick. Neuilly, zaterdag 7 juni 1851.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Neuilly, zaterdag 7 juni 1851.

 

    Vandaag hoorde ik van mijnheer Ancelle dat u in Parijs was aangekomen. Hij zei ook tegen me dat u mij wilde zien.
Dat deed me veel plezier, en ik moet u bekennen dat als u mij die wens niet kenbaar had gemaakt, ik dan besloten had om dat alvast ook te doen, en u om permissie te vragen om u te zien.

    Alleen heeft mijnheer Ancelle de brave man de fout gemaakt u te vertellen dat ik naar u zou gaan.
Dat heeft hij in alle onschuld gedaan.
Ik zou graag in staat zijn me op een niet kwetsende manier te uiten voor uw affectie, maar u kunt toch zeker wel makkelijk raden waarom mijn waardigheid mij verbiedt om bij u een voet over de drempel te gaan zetten.

    Aan de andere kant maakt het respect dat ik voor u heb ook dat ik u niet laat komen bij mensen die u haat.
Daarom verwacht ik van uw affectie of u gaarne zou willen komen naar Neuilly in een woning waar ik alleen ben.
Gedurende die twee dagen, zondag en maandag, zal ik mezelf opgesloten houden.
Als ondanks mezelf in deze brief toch een woord is gevallen dat niet bevalt, neem hetme dan niet kwalijk, u weet hoe slecht ik kan schrijven.

Charles Baudelaire.

Avenue de la République 95,

Neuilly.

  Inhoudsopgave     Volgende brief