Baudelaire, correspondentie. Aan Poulet-Malassis, half-december 1864. Aan Narcisse Ancelle
Charles Baudelaire
Brussel, België.
- Door Vivienne Stringa
- 22-09-2017
- Vertalingen: Correspondenties
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Brussel, half-december 1864.
Beste vriend,
Ik zou u zeer erkentelijk zij indien u mij voor enige tijd twee boeken zou willen geven die bij u zijn, en die ik over enkele dagen zal vervangen door nieuwe exemplaren: ik bedoel het boek over het keizerlijk Frankrijk door een niet-diplomaat en Les Pensées et lettres de Joubert.
Het heeft een beetje haast.
Uw toegewijde,
C.B.
AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, zondag 18 december 1864.
Beste Ancelle,
Toen ik terugkwam uit Namen, waar ik enige tijd bij de heer Rops verbleven ben, vond ik uw laatste brief en ik zal eerst antwoord geven op uw Post-Scriptum dat ik een beetje vreemd vond, vergeef me dat ik u dat moet bekennen.
Hoe kan het dat u mij in staat acht om twee keer hetzelfde waardepapier te gebruiken, - geld ten eerste, en vervolgens een geschreven stuk met hetzelfde bedrag? Een dergelijke actie wordt gedefinieerd met een heel gemeen woord.
Ik heb u dat papier niet opgestuurd omdat het al een hele tijd geleden is weggegooid.
U wenst een verklaring van het mysterie, dat wil zeggen waarom ik niet op de afspraak ben gekomen.
Ik had behalve met u met nog veel meer andere mensen een afspraak. Met Michel Lévy, bijvoorbeeld.
Ondanks het grote verlangen dat ik heb om mijn moeder te zien, ondanks de vreselijke verveling waarin ik leef, een verveling die nog veel groter is dan de verveling die de Franse domheid me gaf en waaraan ik zo leed sinds zoveel jaar, -kreeg ik op het laatste moment, op het moment van het vertrek een hevige angst, ik werd zo bang als een hond, het afgrijzen om mijn hel weer te zien, Parijs te moeten doorreizen zonder te weten of ik er een groot geldbedrag zou krijgen waardoor ik echte rust zou kunnen krijgen in Honfleur.
Dus toen heb ik brieven naar kranten en naar vrienden in Parijs geschreven, en aan de man die ik met mijn huidige zaken had belast, dat wil zeggen met de verkoop van vier boeken, dezelfde die ik zo credulously was komen aanbieden aan die schandalige Lacroix.
(Ik heb een document in handen gekregen waarmee ik me heel hard zou kunnen wreken op die imbeciel.
Misschien krijg ik nog de wilde woestheid om het te gaan gebruiken.)
Zodoende wacht ik nu op heel belangrijke berichten voor mij uit Parijs. Het is mogelijk dat ik daardoor de 25e of de 26e heel snel naar Parijs moet gaan, ondanks het bezwaar dat er is om er dan midden in het tumult van het nieuwjaar binnen te vallen.
Over dat boek dat u zo graag wilt lezen (Napoléon III, etc., door een niet-diplomaat, vol met Duitse grappen maar toch geschreven door een man die nadenkt), heb ik enkele details toe te voegen.
Ik zal het niet zelf voor u meebrengen. Iedere Fransman is verdacht aan de grens, erg verdacht zelfs, en ik ga de smokkel gebruiken (1,50 per boek) om het u op te sturen. Dat is veel veiliger.
Ik gebruik het ook om mezelf verdachte dingen op te sturen .
Bij dit boek moeten twee andere toegevoegd worden die heel vreemd zijn die enige tijd geleden uitgekomen zijn. Dialogue entre Machiavel et Montesquieu, 1 deel (door een advocaat uit Parijs, van wie ik de naam vergeten ben).
Een boek geschreven door een man die veel weet, maar niet genoeg kunstenaar is.
Histoire de la guerre de Crimée, voorafgegaan door een zeer lang aperçu over de oprichting van het Second Empire, door mijnheer Kinglake.
(Ik geloof dat mijnheer Kinglake gedeputeerde is bij de Communes.) 3 delen.
Een boek waarin de Engelse dwaasheid staat (iedere natie heeft zijn eigen dwaasheid) maar in feite geschreven door een zeer ernstige man die ook van zeer goede wil is.
Voor wat betreft de andere verboden werken, die krioelen overal, maar het is regelrechte vuilnis.
Ik ga mijn moeder ook schrijven.
Uw toegewijde,
C.B.
Ik hoef u niet te vertellen dat ik alles van tevoren betaal.
Trouwens, dat moet ook, hoewel de smokkelaars geen voorwerpen waarborgen.