Baudelaire, correspondentie, aan Poulet-Malassis, Jean Wallon. Neuilly 15 juli, 29 juli 1850.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Neuilly, maandag 15 juli 1850.
Beste vriend,
Christophe zei tegen me dat u 20 juli zou vertrekken, hoe heeft u kunnen vergeten me dat te vertellen de laatste keer dat wij elkaar zagen?
Nu kan ik u met geen mogelijkheid vergezellen. Ik heb een zieke vrouw, en ik hecht er veel belang aan om de heer Buloz twee belangrijke stukken te geven.
Ik zal vast en zeker over twee weken of een maand daar bij u langskomen, want ik hoorde dat u een half jaar weg zou gaan.
En anders ziet u mij over twee of drie dagen.
Uw toegewijde, C.B.
AAN JEAN WALLON
Neuilly, maandag 29 juli 1850.
Wilt u mij het plezier doen om vrijdag 2 augustus om 11 uur ‘s ochtends naar L’Estaminet de Paris te komen, in het Palais [na] tional.
Daar zullen we samen lunchen. Dit heeft als doel u een vreemde man te laten zien. – Want het is nu zo dat L….. profeet is geworden, en mystiek Bonapartist, spion waarschijnlijk.
Ik ben boos dat ik u alleen maar zo’n triest grapje kan sturen die u ook nog eens veel porto kost, in ruil voor uw kat en uw zalm die me een hele dag hebben gekweld, en zelfs daarna nog.
Het is wel zo dat ik mijn nieuwsgierigheid met Th. Gautier heb gedeeld. Maar hij heeft niet beter dan ik kunnen raden waar dat uitgehaald was.
Als u niet dezelfde lezersmoed heeft als ik, dan raad ik u dan toch tenminste L’Épilogue aan.
Charles Baudelaire.