Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Aan Louis Marcelin.Brussel, 9 oktober 1864.
Charles Baudelaire
Brussel, België.
Aan Louis Marcelin.
- Door Vivienne Stringa
- 21-09-2017
- Vertalingen: Correspondenties
AAN LOUIS MARCELIN
Brussel, 9 oktober 1864.
Geachte mijnheer,
Mijn laatste brief heeft uw pakketje gekruist. Mijnheer Lévy of mijnheer Parfait zal u over enkele dagen de gecorrigeerde drukproeven geven van Habitations imaginaires, en dan kunt u makkelijker oordelen in een gedrukte tekst over de hoeveelheid nodige inkortingen.
Omdat het pittoreske gedeelte gebaseerd was op morele overpeinzingen, lijkt het me het beste dat er daarvan zo min mogelijk geschrapt wordt.
Maar, zult u zeggen, dat is wel de auteursmening. Ik verzeker u dat directeuren (van theaters, revues en kranten) een betreurenswaardige neiging hebben om hun publiek trager van begrip te vinden dan het is.
Ik kan die affaire van het Sonnet niet begrijpen, ik heb u namelijk nooit verzen opgestuurd. Ik wist niet dat die verzen u plezier konden doen. Als ik dat geweten had, dan had ik ze u al heel lang geleden opgestuurd.
Aan het eind van de maand ben ik in Parijs, en dan neem ik waarschijnlijk twee pakketten voor u mee - één met Poèmes en prose - en de andere met een aantal indrukken van een rondreis door de provincies.
Wanneer u de drukproeven van Lévy heeft, zou het misschien goed zijn indien u het geheel opnieuw even doorneemt, en, als u makkelijker begrijpt wat er allemaal aan vernuftigs zit in die theorie, zult u het aantal inkortingen misschien verminderen.
Hoe dan ook, doe wat u wilt; alleen wel met puntzinnen, en een verklarende noot.
Ik heb bij mezelf nagedacht wat dat sonnet kon zijn.
Ik heb een slecht sonnet gemaakt (dat ik heb weggegooid), over la Boschetti, en dat heb ik maar aan twee mensen laten zien.
Misschien heeft men daar het kopie van genomen of het gewoon onthouden en het naar u opgestuurd, helemaal slordig en incorrect?
Ik begrijp er niets van.
Uw toegewijde,
Ch. Baudelaire