Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Aan Narcisse Ancelle, 23 oktober 1864
Charles Baudelaire
Brussel, België.
- Door Vivienne Stringa
- 22-09-2017
- Vertalingen: Correspondenties
AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, zondag 23 oktober 1864.
Beste vriend,
Ik zal beginnen met u hartelijk te bedanken voor alles wat u allemaal wilt doen voor mij.
Ik sta alleen heel perplex. Ten eerste zal ik uw aangeboden dienst pas in het uiterste geval aannemen.
Bijvoorbeeld als ik hier word lastiggevallen in de nieuwe week die morgen begint.
Ik zie geen andere manier om me uit de ellende te halen dan mijn zakenman lastig te vallen, zodat hij wat sneller een overeenkomst sluit, en toch zou het heel voordelig zijn geweest als ik me niet gehaast heb. Vervolgens Villemessant schrijven dat ondanks het feit dat ik er tegen ben dat mijn artikelen verschijnen tijdens mijn verblijf hier, ik hem daarvoor onmiddellijk toestemming geef.
En tenslotte dat ik naar Parijs ga en ik waarschijnlijk de 31e of de 1e bij u zal zijn. Als ik geld kan vinden bij Villemessant of bij mijn boekverkoper dan gebruik ik dat voor mijn schulden in Brussel, maar dat stelt u er niet van vrij om niet uw woord te houden (600 frank), immers ik wilde het geld waar ik in Parijs op rekende aan andere schuldeisers besteden.
En dan keer ik dus terug naar Brussel en daar zal het me niet kunnen schelen als ik sombere gezichten tegenkom.
Dan ga ik nieuwe aantekeningen maken in Antwerpen Brugge, en Namen (zes dagen) en dan ga ik meteen naar Honfleur, misschien wel overzee.
Begrijp mijn problemen goed: ofwel geld in Parijs ophalen, ofwel hier blijven tot 20 november. Maar zeg nu zelf, dat is veel te lang!
Ik wilde u verslag doen van hoe ik uw geld besteed.
Van die 200 frank van de 17e heb ik er 180 aan het hotel gegeven.
Het schijnt dat hoewel ik echt nog 154 frank schuld had op 1 augustus, ik maar 468 frank schuldig was op 23 september.
468
gegeven… 180
blijft er dus over 288 frank die ik nog schuldig was op 23 september. Sindsdien, met 7 frank per dag, tot aan eind oktober (37 dagen x 7 frank),
houden we over 259
waar ik aan toevoeg 288 overblijvende franks
totaal 547 frank.
Vanochtend was het onmogelijk om ook maar iets aan het hotel te geven. Ik wil af van de kleine schulden en van de lommerd, en dan heb ik nog 20 frank over om te gebruiken voor een haastige reis door Parijs op de 1e van de maand.
Beste vriend, dit alles komt uw bedoelingen niet volledig tegemoet, maar ik schaam me om uw biljet te gebruiken.
Maar de literatuur gaat voor alles, voor mijn maag, voor mijn plezier, voor mijn moeder.
Ik ga de 31e weg zonder dat ik ook maar één woord aan het hotel vertel over het doel van mijn reis. Ik zal proberen om in een etmaal zo’n tien personen te spreken, in Parijs.
Over mijn gezondheid, welnu al mijn buikpijnen zijn verdwenen.
Ik heb alleen nooit honger, en ik heb iedere nacht koorts. Verder wil ik ook niet België van alles de schuld geven.
Ik weet zeker dat ik al ziek was voordat ik Parijs verliet.
Ik zou er nog een heleboel geestelijke overpeinzingen aan toe kunnen voegen die u plezier zouden doen, over mijn oprechte wens om weer geld te verdienen en altijd in Honfleur te kunnen leven. U weet dat ik altijd heel braaf ben, in mijn bedoeling.
Hecht niet teveelwaarde aan al die getallen voor het budget voor de liefdadigheid en het onderwijs. Ik ken de kwestie met eigen ogen.
Grondwettelijke bepalingen en instellingen hebben geen enkele betekenis bij een volk dat dit niet wil en niet kan gebruiken.
Uw toegewijde, en bedankt, hoewel ik wonderen verricht zou hebben als ik 1000 frank zou hebben gehad, een week geleden.
Charles.