Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 10 januari 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, ongeveer 10 januari 1860.

 

  1. Ik ga uw Notices opsturen waarvoor ik nog geen tijd had om ze te lezen.
  2. Ik ga het contract voor u kopiëren.
  3. Ik schrijf mijnheer Bichet dat hij le Haschisch moet opsturen naar u, en het eerste nummer van L'Opium.
    (Samen zes vellen, op zijn minst voor LA REVUE, ervan uitgaande dat het tweede gedeelte van L’Opium gedrukt is.)
  4. Ik ben bezig de opdracht voor u te maken.
  5. Probeer een goede titel te kiezen, of, beter nog, er zelf een te verzinnen die aangenamer is dan die andere.
  6. Alles wat u me schrijft is heel redelijk.
    Maar de omstandigheden kunnen het allemaal veranderen.
    Bijvoorbeeld, dat ik voor mezelf de verantwoordelijkheid wil nemen voor een enkele wissel van 1500, te betalen in Honfleur.
    Ik zou het nodig kunnen hebben dat u de Calonne disconteert in Alençon.
    En als laatste, kan ik, vóór de 15e, niet twee boeken, maar alle vier aan De Broise leveren.
  7. Al mijn betalingstermijnen zijn opgeschreven, en ik ken ze zelfs uit mijn hoofd.
    Die van 100 (de laatste) is op 20 maart.
  8. Mijn vertrek is uitgesteld.
    Ik zal nooit ergens heengaan zonder u ervan te verwittigen.
  9. Maak uw rekening goed op voor de verantwoording.
  10. De Romeinse cijfers dienen voor de indeling, en daar komen ondertitels bij, in Le Haschisch, net als in L’Opium.
  11. Uiteraard zal dat een inhoudsopgave worden.

Charles Baudelaire.

Volgens mij is de beste titel: Le Paradis artificiel.

  Inhoudsopgave     Volgende brief