Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 11 maart 1860.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 11 maart 1860.
Waarde vriend, ik zit erg in de rats om u te antwoorden voor wat betreft de zaak Méryon.
Ik heb geen rechten daarin, geen enkel.
De heer Méryon heeft met een soort afschuw het idee verworpen van een begeleidende tekst bestaande uit een twaalftal gedichtjes of sonnetten.
Hij heeft het idee geweigerd van poëtische meditaties in proza.
Om hem niet te kwetsen heb ik hem beloofd middels drie exemplaren in goede druk een tekst voor hem te schrijven in de stijl van een gids of een studieboek, zonder signatuur.
En dus zult u alleen met hem te maken krijgen voor de onderhandelingen. Hij woont in de rue Duperré nummer 20. Als u er op staat, dan zal ik iets verzinnen voor Crépet, en tegen hem zeggen dat ik het als eerste aan u gevraagd had.
Alles is als volgt heel eenvoudig in mijn gedachten opgekomen.
Aan de ene kant een arme gek die zijn zaakjes niet kan regelen, maar die mooi werk geleverd heeft, aan de andere kant staat u, bij wie ik graag zoveel mogelijk van de allerbeste boeken zou willen zien. Zoals de journalisten het zeggen, ik heb bij u het dubbele plezier van een goede zaak en een goede daad.
En wat hier ook bij hoort, denk eens aan Daumier! Aan Daumier, die vrij is, en eruit gegooid is bij de Charivari, op de helft van de maand en die maar een halve maand betaald werd!
Daumier is een vrij man en heeft geen andere bezigheid dan het schilderen. Denk eens aan de Pharsale en aan Aristophane.
Je moet hem net als een klok opwinden. Die twee ideeën heb ik al vijftien jaar in me. Vandaar dus een grote en goede zaak.
Ik beloof hierbij plechtig mezelf te verplichten tot de hoogst mogelijke nauwkeurigheid voor de drukken van Les Paradis en Les Fleurs.
Maar u zult daar nog niet klaar voor zijn. Dat kunt u ook niet zijn.
Zes weken is niet genoeg, en u weet heel goed dat ik voor geen goud mislukte uitgaven wil, zowel voor wat betreft de elegantie als de correctie.
Dat was het wel voor vandaag.
Ik moet uiteraard terug naar Honfleur aan het eind van de maand om al mijn manuscripten op te halen.
Maar ik zal nooit van woonplaats verwisselen zonder u daarvan te verwittigen.
C.B.
De Calonne woont in de rue Pigalle op nummer 57. De wissel moet daar ingeleverd worden, en niet bij de kas.