Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, eind augustus 1860.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, eind augustus 1860.
Ik heb nog steeds die titelplaat aan de horizon staan, ik weet het niet meer.
Hoe kunt u nou nog vertrouwen hebben in de interpretatie van een of ander idee van een of andere kunstenaar?
Bracquemond gaat alles in het werk stellen wat hij kan om zijn prent te behouden.
Die bloemen waren iets absurds.
En dan nog, dan had hij boeken moeten raadplegen over analogieën, de symboliek van bloemen, etc… wilt u serieus een goede raad aannemen?
Als u echt een titelplaat wilt, knip dan netjes met een schaar die plaat van Langlois uit, en vraag aan Bracquemond een facsimile, streng, niets meer en niets minder.
Het skelet, de takken, de slang, Adam, Eva, alles. Alleen zo kunt u iets voor elkaar krijgen.
Dat hij niet denkt dat hij zomaar alles mag toevoegen.
Dit frontispice is niet meer van ons, maar wordt zomaar aan het boek toegevoegd. En het heeft het voorrecht dat het aan elk boek kan worden toegevoegd, want iedere literatuur is afkomstig van de zonde. Ik ben zeer serieus hoor.
Als u dit niet doet dan krijgt u alleen maar absurditeiten.
En in plaats daarvan, wat doet u?
U geeft Bracquemond een combinatie in zijn hoofd die voor hem altijd duister zal blijven.
U stelt u opnieuw bloot aan hetzelfde risico, het gevaar niet begrepen te worden (hij weet niet wat dat betekent, het boomvormige skelet, want hij wilde zich niet eens toeleggen op uw schets).
Hij zal de zonde nooit kunnen weergeven in de vorm van bloemen.
Geloof me, knip die pagina uit dat boek van u, en dan lijmt u het later weer netjes vast.
Dring hier erg op aan, dat de illustratie in zijn geheel zeer nauwkeurig overgenomen moet worden, en er mag niets toegevoegd, niets veranderd worden.
Hij zal een deel van zijn skelet willen behouden, waarvan de proporties verwerpelijk zijn, waarvan de benen lopen (waarom eigenlijk?), en waarvan het bekken gedeeltelijk verborgen blijft door de bloemen.
En hij zal nooit de takken aan de armen kunnen aanpassen, omdat de armen tot aan de rand van het boek komen.
Geloof me. Niets of de Copie Servile van de macabere prent van Langlois.
Ik ben er van overtuigd dat het tot op dit moment Bracquemond nog niet gelukt is om u te begrijpen.
Voor het boek met de kritieken:
Ja, ongetwijfeld. De twee laatste stukken, Guys en Les Peintres philosophes, komen binnenkort uit.
Ik verwachtte uw hypothese over de filosofie van de geschiedenis.
Ik ken uw geest alsof het mijn eigen zoon was.
Ik denk dat het bij u een kwestie is van de oude filosofieoverblijfselen van 1848.
Maar begrijpt u in de eerste plaats dan niet dat wat voor veranderingen het menselijke ras ook ondergaat, hoe snel de vernietiging ook gaat, er in de verbeelding altijd de noodzaak van het antagonisme moet blijven bestaan, en dat de verbanden, met de kleuren of de verschillende vormen, altijd hetzelfde blijven?
Dit is, als u er mee instemt deze formule aan te nemen, de eeuwige harmonie door de eeuwige strijd.
Bovendien denk ik (vanwege de absolute eenheid in de scheppende zaken) dat er over uw hypothese een naturalistenfilosoof geraadpleegd zou moeten worden, zoals bijvoorbeeld mijn neef.
Kunt u zich voorstellen dat welk dierenras dan ook andere rassen kan verzwelgen?
En zelfs in uw idee van het verzwelgen van alle volkeren door één enkel volk, ziet u daar dan niet in dat de mens, het superieure dier, dan zelfs ook alle dieren zou moeten verzwelgen?
Enfin, ook al is het waar dat er al heel veel (dieren) rassen zijn verdwenen, is het ook waar dat er weer anderen zijn ontstaan, voorbestemd om hun buren op te eten of om zelf door hen opgegeten te worden.
En het is ook waar dat, ook al zijn er mensenrassen verdwenen (in Amerika bijvoorbeeld), er ook weer andere mensenrassen bijgekomen zijn, voorbestemd om de strijd en het antagonisme voort te zetten, volgens een eeuwige wet van aantallen en overeenkomstige krachten.
U kent vast wel de woorden van de heilige Augustin die nu overgenomen zijn door de doctoren van de spontane ontstaansvorm van microscopisch kleine diertjes:
God schept in elke seconde van de tijdsduur.
Daaruit moet geconcludeerd worden dat de strijd voortduurt, in elke seconde van de tijdsduur.
En zo dwingt u mij weer tot filosoof spelen en gooit u me in kwesties die ik niet bestudeerd heb.
Ik kom weer terug bij Les Fleurs. Een groter lettertype dan het oude, alstublieft.
En ik kom terug op die vreselijk Bracquemond.
Ik heb hem carte blanche gegeven in de volgende beperkingen:een boomvormig skelet, de kennisboom van het goed en het kwaad, waarvan de schaduw bloeiende bloemen heeft in de vorm van de zeven hoofdzonden uitgebeeld in allegorische planten.
Ik heb hem verteld dat hij voor die boom zich moest refereren aan de uitmuntende ets die wij allen kennen.
We hadden hem al eens uitgelegd wat dat was, een boomvormig skelet, en kijk hoe hij het nu begrepen heeft.0000000 Boom der kennis van het Goed en het Kwaad heeft voor hem geen duidelijke beeldhouwbetekenis.
U heeft hem, wij hebben hem al verplicht om zich te refereren aan de uitmuntende ets die wij kennen. Wat heeft dat voor zin gehad?
Hij moet hem overnemen, nabootsen, kopiëren, in zijn geheel en in al zijn meest minieme details.
Uw toegewijde,
C.B.
En u geeft hem carte blanche!
Ik kwam Ferrari tegen, die van zijn vrije dag gebruik maakte om het parlement te verlaten en hierheen te komen.
Het leek er veel op dat hij zich meer interesseerde voor de verkoop van zijn boeken dan voor een Italiaanse eenwording.
Het leek er ook op dat hij elke coalitie goed vond, en gaarne een Cavour ministerie, een Garibaldi ministerie, of een Mazzini ministerie wilde ingaan.
Ik heb hem het advies gegeven om zich tot minister te laten benoemen van de keizer van Marokko.
Hij moest erg lachen, maar geloof me, daar is hij niet zo heel erg ver vandaan.
Mooie recente uitspraken van de Parijse stomheid:
“Garibaldi is meer dan een zeer moedig en zeer bedreven officier, het is een Religie!” (Paul Meurice.)
“Garibaldi is orthodox en de paus is een ketter!” (Louis Jourdan.)
“Eindelijk iemand die flink sterk is en die daar allemaal eens even schoon de bezem door gaat halen. Ik wed dat hij in twee maanden in Wenen zit!” (Mathieu.)
Over bijen: “Die lieve kleine republikeintjes…!” (Léon Plée.)