Charles Baudelaire aan De directeur van “PAYS”. Parijs, 3 november 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN DE DIRECTEUR VAN “PAYS”
Parijs, 3 november 1863.

 

Geachte heer,

    Sinds lange tijd, twee jaar, misschien langer, is er werk van mij onuitgegeven in de lades van de krant blijven liggen, ondanks het feit dat de publicatiedatum vastgesteld is door de verschillende personen die respectievelijk Le Pays hebben geleid.
Dit werk is zelfs betaald.
Ik heb geenszins de bedoeling u die te ontnemen.
Echter, ik heb ze absoluut nodig, omdat ik over twee of drie dagen naar Brussel vertrek, en omdat dit werk het onderwerp van een openbare lezing is.
Maar, ik heb er geen tweede van. Ik zou u zeer dankbaar zijn indien u deze aan de boodschapper van deze brief wilt geven.

    Het werk heet: Peintres de moeurs.
Mijnheer Constantin G. het zijn strokenproeven van de drukkerij geplakt op blauw velijnpapier.

Met de meeste hoogachting,

Charles Baudelaire.

                                                                       Rue d’Amsterdam 22.

  Inhoudsopgave     Volgende brief