Charles Baudelaire aan Edmond Laumonier. Parijs, 1863.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN EDMOND LAUMONIER
Parijs, 1863.
Geachte heer,
Als mijn hotel niet op de weg naar u lag, zou ik u duizend maal pardon vragen voor het feit dat ik u zo vaak voor niets bij mij laat komen.
Ik ben overstelpt met boodschappen.
Vandaag wilde ik me gaan bezighouden met Poe, (Le Domaine d’Arnheim) en het toeval wilde dat de kamerjongen van mijn hotel vond dat de pagina met het nummer …?
En het vervolg van de zin van het laatste vel een overbodig stuk papier was, en hij heeft het met de plumeau weggeveegd of vernietigd.
Wilt u dus zo vriendelijk zijn om voor mij deze laatste zin te kopiëren en me te vertellen wat het getal moet zijn van deze pagina.
Uw toegewijde,
C.B.
AAN EDMOND LAUMONIER
Parijs, 1863.
Geachte heer,
Wilt u zo vriendelijk zijn om hier het hele einde van de Domaine D’Arnheim achter te laten, met het oorspronkelijke manuscript.
U moet echt een medewerker vinden voor de laatste dagen.
Uw toegewijde
C.B.