Charles Baudelaire aan James Abbott McNeill Whistler. Parijs, 10 oktober 1863.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN JAMES MCNEILL WHISTLER
Parijs, 10 oktober 1863.
Geachte heer,
Een van mijn beste vrienden, tevens een van mijn oudste vrienden, mijnheer Félix Nadar, gaat naar Londen, met als doel, naar ik meen, om er aan het publiek te vertellen over zijn avonturen die hij heeft beleefd met zijn grote ballon, en ook, neem ik aan, om met het Engelse publiek zijn overtuigingen te delen omtrent een nieuw mechanisme dat in de plaats zal komen van de ballon.
U weet dat wij een beetje hebben geconverseerd over lezingen en de kansen die ik zou kunnen hebben om in Londen gehoord te worden. Ik verzoek u, begiftigt u Nadar met alle wenken en raadgevingen die u mij ook cadeau zou hebben gedaan.
In het kort, alles wat u voor mijnheer Nadar zult doen, zal ik in mijn hart sluiten als een goede herinnering.
U zult hem trouwens wel zien en u zult hem zelf ook waarderen.
Doet u van mij de groeten aan Legros, en vergeet niet Nadar uw geweldige etsen te tonen.
Ik kan wel raden wat voor een plezier hij daar aan zal beleven.
Met de meeste hoogachting,
Charles Baudelaire.
Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook een brief aan mijnheer C.A. Swindenburg te willen geven waarin ik hem mijn wroeging betuig over mijn vergeetachtigheid en over mijn ogenschijnlijke ondankbaarheid.
C.B.
Te Parijs
Rue d’Amsterdam 22.
Te Honfleur
Rue de Neubourg
In Brussel heb ik het adres nog niet.