Charles Baudelaire aan Madame Aupick. Parijs, 7 december 1860.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN MADAME AUPICK
Parijs, 7 december 1860.
Arme lieve moeder!
Ik heb het veel te druk om je uitgebreid en goed te beantwoorden.
Ik kom van probleem in probleem. Maar dankzij een onverwacht gelukje, denk ik dat ik de 15e echt overga (Neuilly, rue Louis -Philippe nummer 4). Dan blijf ik maar zo’n acht dagen in dat huis en dan kom ik naar Honfleur.
Ik ben het slachtoffer van veel mensen geweest, en ben afgeslacht door vele tegenslagen.
Voordat ik wegga moet ik er wel voor zorgen dat ik van te voren al het geld bij elkaar heb om alle rekeningen te betalen die tijdens mijn afwezigheid betaald moeten worden, en die komen allemaal 10 januari. Veel zaken en weinig werk.
Je hebt gelijk: ik voel me zeer verslagen en ontmoedigd.
Ik begin te geloven dat het probleem van mijn leven er een is waarbij ik het helemaal opgeef.
Ik schrijf je morgen of overmorgen wel.
Wat zeur je nou over je plantenpot.
Ik had bijna nog iets ergers gedaan.
Ik stond op het punt om je een wandkleed met bloemen op te sturen voor je boudoir. Maar daarmee zou mijn schuld bij de stoffeerder nog groter worden.
En die klif!
Veel liefs en ik vind je lief.
Charles.
Nog steeds in de rue d’Amsterdam, hôtel de Dieppe.