Charles Baudelaire aan Mario Uchard. Parijs, 2 januari 1863.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN MARIO UCHARD
Parijs, 2 januari 1863.
Geachte heer Uchard,
Ik kan u niet alleen geruststellen, maar ik ga u ook nog eens teleurstellen, maar niet zo erg als dat ik teleurgesteld ben. Michel en Dentu splijten me zonder respijt in tweeën.
De een voor zijn Eureka, de ander voor zijn Poèmes die voor de 10e moeten zijn ingeleverd.
Daarbij zijn er twee grote ongelukken uit de lucht komen vallen, geestelijk onheil waardoor wij enige dagen van slag zijn. Ik vraag u nog om krediet tot de 15e, zonder verder uitstel.
Ik verzoek u met klem om me de krant op te sturen, zodat ik er het verloop van kan blijven volgen.
En denkt u ook aan de Poèmes en prose die u in uw bezit heeft, en waar ik enige importantie aan hecht, zoals u wel weet.
Ik zal er nog andere aan toevoegen wanneer u wilt.
Ik voeg bij deze brief een nieuwe lijst met wat ik u wil geven zodat u de aankondiging kan gaan doen.
NOUVELLES DE POE
Le Mystère de Marie Roget.
Le Cottage de M. Landor.
En Le Domaine d’Arnheim.
POÈMES EN PROSE
(bijna gereed)
VARIÉTÉS
Le Peintre de la vie moderne (bijna gereed).
L’Esprit et le style de M. Villemain.
Le Dandysme littéraire.
La Peinture didactique, écoles allemande en lyonnaise.
Een antwoordbriefje alstublieft, voor de Poèmes en prose, en Le Peintre de la vie moderne die me uitermate geschikt lijkt voor u.
Ch. Baudelaire.