Charles Baudelaire aan Victor Duruy. Parijs, 7 augustus 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN VICTOR DURY
Parijs, 7 augustus 1863.

 

Mijnheer de Minister,

    Ik heb het plan om in België een excursie van twee of drie maanden te gaan maken met als doel om met name de rijke particuliere galeries van het land te gaan bezoeken, en een goed boek te gaan maken met mijn persoonlijke indrukken.
Ik vertrek met iemand die wegens zijn beroep en relaties kan laten zien wat weinig mensen zien.

    Echter, ik zit zonder geld, en ik had gehoopt dat Zijne Excellentie de welwillendheid van de heer Rouland met mij zou voortzetten en mij de middelen zou willen verstrekken om weg te kunnen gaan.
Ik schat dat, zelfs indien ik in België geen geld kan verdienen, 600 of 700 frank voldoende zou zijn.

Met de meeste hoogachting voor Zijne excellentie,

Charles Baudelaire.

Rue d’Amsterdam 22.

  Inhoudsopgave     Volgende brief