Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Brussel, 1 januari 1865

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Vincent van Gogh. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh. 1853–1890.

Zoom

Brussel, zondag 1 januari 1865.

 

Lieve moeder,


     Ik heb de plechtigheid van deze dag niet nodig, zo triest naast al die andere dagen van het jaar, om aan jou te denken en om aan al mijn plichten te denken, en aan al die verantwoordelijkheden die ik voor mezelf opgestapeld heb sinds zoveel jaar. Mijn belangrijkste plicht, mijn enige zelfs, is jou gelukkig te kunnen maken. Ik denk er onophoudelijk aan. Zal me dat ooit gegund zijn?

     Ik denk soms wel eens met een rilling dat God me die mogelijkheid zomaar ineens kan afpakken.
Ik beloof je ten eerste dat je dit jaar van mij geen enkele hulpvraag zult krijgen. Ik krijg het schaamrood op mijn kaken als ik er aan denk aan alle dingen die jij je hebt moeten ontzeggen door mij. Ik zal dit jaar zelfs proberen om jou nu eens een beetje geld te geven.
Ik beloof je ook dat er geen enkele dag dit jaar voorbij zal gaan zonder dat er gewerkt wordt. Dan zal logischerwijs de beloning aan het einde daarvan zitten.

     Mijn hoofd zit vol met begrafenisideeën.  Wat is het moeilijk om iedere dag je plicht te doen zonder enige onderbreking! Wat is het moeilijk, niet om een boek te bedenken, maar om het te schrijven aan een stuk door, enfin, om iedere dag weer moed te hebben! Ik heb uitgerekend dat alles wat ik al heel lang in mijn hoofd heb, me maar vijftien maanden werk zou hebben gekost, als ik maar onophoudelijk zonder hindernissen had kunnen werken. Hoe vaak heb ik niet tegen mezelf gezegd: “Ondanks mijn zenuwen, ondanks het slechte weer, ondanks mijn angsten, ondanks mijn schuldeisers, ondanks mijn verveling en mijn eenzaamheid, kom op, houd moed!
Er komt misschien een vruchtbaar resultaat.
Hoe vaak heeft God me al niet krediet gegeven van vijftien maanden!
En toch heb ik al zo vaak mijn werk moeten onderbreken, te vaak heb ik al de uitvoering van al mijn plannen onderbroken.
Zal ik de tijd hebben (in de veronderstelling dat ik er de moed voor heb) om alles wat ik moet repareren kan repareren?
Als ik nu nog zeker was dat ik vijf of zes jaar voor me zou hebben liggen!
Maar wie kan dat met zekerheid zeggen? Dat is voor mij nu een obsessie geworden, het idee van de dood, en dan bedoel ik niet vergezeld van domme angsten, - ik heb al zo erg geleden en ik ben al zo erg gestraft geweest dat ik geloof dat veel dingen me vergeven kunnen worden – maar toch wel vol haat omdat het mijn plannen tenietdoet, en omdat ik nog niet eenderde af heb van wat ik op deze wereld moet doen.

     Je hebt vast wel al geraden hoe bang ik ben om door Parijs te reizen zonder geld, om in Parijs te blijven, mijn hel, zes of zeven dagen maar, zonder dat ik wat garanties kan geven aan een paar schuldeisers. Ik wil alleen maar glorieus naar Frankrijk terug.
Mijn verbanning heeft me geleerd zonder al dat soort afleidingen te kunnen leven.
Ik heb de benodigde energie niet voor ononderbroken werk. Als ik die weer krijg, dan zal ik trots zijn en veel rustiger.

     Ik heb goede hoop. Ik heb in Parijs iemand met mijn literaire zaken belast, en ik denk dat ik je daarover binnenkort zal kunnen schrijven.  Ik geloof dat men zich met mij gaat bezighouden.

     Je kent alle dingen die ik nog moet publiceren, helaas, alleen maar dingen die te laat zijn!

  • Histoires grotesques et sérieuses.
    (Dat verschijnt na het tumult van Oud en Nieuw. Michel zal je er een exemplaar van toesturen.)
  • Fleurs du mal (uitgebreid)
  • Spleen de Paris (Ik ben er weer mee bezig, zoals je hebt kunne zien in het nummer van La Revue de Paris dat ik je heb opgestuurd)  
  • Paradis artificiels.
  • Mes contemporains.
  • Pauvre Belgique.

(Voor wat betreft die drie laatste wacht ik vol ongeduld op een antwoord vanuit Parijs.)

     De serie Nouvelles en Mon coeur mis à nu maak ik af als ik bij jou ben. Dat zullen dan echt de grote dagen van het moederschap zijn. Als het maar niet de dagen van vroegtijdige ouderdom zijn!

     Vertel me heel precies over je gezondheid, ik smeek het je. Wat betekenen die slappe benen en zwakke nieren waarover je het laatst had? Informeer me daar heel goed over alsjeblieft.
Het schijnt je dus overvallen te hebben als iets nieuws, immers het is de eerste keer dat je me er over vertelt. Ben je nog steeds tevreden over Aimée?

     Veel liefs en ik omhels je met de uiting van een kind dat alleen van zijn moeder houdt.

     Ik zal twee of drie bagatellen voor je meenemen die je wel leuk zult vinden.

Charles.

  Gehele correspondentie          Volgende brief