Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, 1844.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

Vincent van Gogh, 1853–1890. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder.Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh, 1853–1890.

Zoom

  

Parijs, 1844.

 

    Ik ga een deel van de avond doorbrengen met de heer Ancelle.
Wij zullen niet naar je toekomen want een ruzie zou voor ons alle drie erg vervelend zijn. – Ik wil het niet meer met jou over zaken hebben.
Alleen mijnheer Ancelle zal de taak hebben om je mijn bedoelingen uit te leggen.

    Veel liefs en ik smeek je om me de regelmatige bitterheid in mijn woorden niet kwalijk te nemen.
– Je weet dat ik heel erg lijd – en ik denk dat daarin alle excuses zitten.

C.B.

Parijs, 1844.

 

    Wat wil je dat ik schrijf? – dat ik lijd als ik je zie lijden.
Wat is er meer waar en meer geloofwaardig – maar eigenlijk bekijk ik dat allemaal als pure overdrijving.
Van je moeder houden, en ruw en tactloos tegen haar doen, wat is er natuurlijker dan dat.
Maar waarom moet ik me in de war maken en mezelf kwellen voor een fout die ik voel en die ik ken.

Ik werk. Mijnheer Ancelle – Mijnheer Ancelle – Mijnheer Ancelle……

C. Baudelaire.

Parijs, 1844.
Parijs, vanochtend half negen 8.

 

    Mijnheer Ancelle heeft me gisteren de laatste sacramenten gegeven.
Dus hoef ik niets meer te doen behalve me in mijn eentje tot mezelf te keren, en mijn hersenen te pijnigen.

    Wilt u alstublieft zo goed zijn om me vandaag te ondersteunen na uw lunch, al was het maar voor een paar uur conversatie.
Ik ben te verslagen om helemaal kalm te kunnen zijn, en ik beloof u dat ik me tot geen enkele verbale gewelddadigheid zal laten gaan.
Kom erheen, alstublieft, want ik ben nu zo ver dat ik niet weet wat ik wil, noch wat ik wil gaan doen.
– Ik veronderstel dat uwe aanwezigheid alleen, ook al zou deze mij tot geen enkel nut zijn, me edoch enige veiligheid zal geven.

Charles.

Ik kwam er achter dat ik u gisteren weer pijn heb gedaan, nadat u weg was gegaan.
U bent zo welwillend dat u dit waarschijnlijk heeft toegeschreven aan de geestelijke problemen waarin ik sinds enige dagen leef.

  Gehele correspondentie          Volgende brief