Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, 25 juli 1861
Charles Baudelaire
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie
Jean-Baptiste Greuze. 1725–1805. 1780.
Parijs, 25 juli 1861.
Lieve moeder,
Kun je, zonder dat het je last veroorzaakt, mij per post voor overmorgen de 27e, 500 frank opsturen, je krijgt ze net zo snel terug als de laatste.
Ik zal je ze zelf komen brengen, of anders stuur ik je ze weer terug aan het eind van de eerste week van augustus. Ik heb 200 frank in kas. En ik moet 700 frank hebben voor drie laatste wissels die inwisselbaar zijn in de rue d’Amsterdam. Als jij geen 500 frank hebt, sta ik garant om me te laten vervolgen en ze over twee weken te betalen.
Dit betekent absoluut geen rommel in mijn leven, noch enig andere hinder in mijn plannen.
De 4000 frank zijn juist uitgegeven zoals het met Ancelle was afgesproken, en het feit dat ik geen 500 frank over heb kunnen houden voor het einde van de maand, komt door mijn gedwongen lange verblijf hier.
De directeur van de Revue fantaisiste zit in Bordeaux, en bij zijn terugkomst moet hij me 1500 frank overhandigen, mijn salaris van meerdere AFGEMAAKTE zaken.
Ik was zo verstandig hem eergisteren te zeggen: omdat het u niet uitkomt mij nu geld te geven, kan ik dan wat lenen met de garantie dat ik het begin augustus terugbetaal? –Ja.
Nogmaals, dit is niets alarmerends voor de algemene zuinigheid van mijn leven, en het is de eerste keer dat ik van jou probeer te lenen zonder schaamte en zonder zorgen.
Het zou zeer goed mogelijk zijn dat ik je het (indien je het geld hebt) eerder nog terug kan geven.
Ik ga het nu hebben over mijn zaken. Lid zijn van de Académie is, naar mijn mening, de enige eer waarnaar een schrijver kan dingen zonder te blozen. Voor wat betreft de Académieleden die wij bekritiseerd hebben, waarmee we gespot hebben en waarvan we zeker weten dat we van hen geen stem krijgen, bij diegenen moeten we zorgen dat we bij hen op bezoek gaan wanneer we zeker weten dat zij niet thuis zijn. Maar datgene wat je mij geantwoord hebt zondigt op twee punten: ten eerste, ik heb je niet gezegd dat ik me al meteen wilde aanmelden. Ik zei dat ik me zeer binnenkort wilde aanmelden.
De zetel van de heer Scribe is vacant; en er komen er misschien nog meer. Daar ben ik niet zeker van. Ten tweede, moet je je erbij neer kunnen leggen dat je twee of drie maal afgewezen kan worden.
Je moet erin opgenomen worden.
Met het aantal stemmen dat ik krijg bij de eerste keer kan ik kijken of ik serieuze kans maak voor een volgende keer.
Hoe dan ook, sinds enige jaren droegen alle verkiezingen een politiek kleurtje, vaak verkeerd, maar opgelegd door de omstandigheden, dat wil zeggen dat een kandidatuur een imperialistische kleur of de oppositie vertegenwoordigt, naargelang de kleur van de vrienden die voor de kandidaat stemmen.
Je kunt wel nagaan wat voor een verwarring dat veroorzaakt.
Men kan van de oppositie zijn, of imperialistisch zijn, en vrienden hebben in beide partijen van de Académie.
In dat geval zal de helft van je vrienden, uit plichtsbesef, tegen je stemmen.
Ik ben helaas in de omstandigheid overal vrienden te hebben, en bovendien maak ik me totaal niet druk mijn kandidatuur te kleuren met wat voor politieke kleur dan ook.
En passant zeg ik je dat ik geloof dat het Empire binnenkort aan het afbrokkelen is.
Wat voor niemand een geheim is, is dat de gezondheid van de Keizer sterk in gevaar is.
In geval van een ongeluk, gelooft niemand in het feit dat la Constitution enige soliditeit bezit, noch in de duurzaamheid van van La Régence van d’Orléans.
(Hier moet aan toegevoegd worden iedere voorspelling in dit genre slechts heel onzeker kan zijn.)
Maar, of men nu een terugkeer wenst van de prinsen uit de tak van d’Orléans, of dat men gelooft in de mogelijkheid van een République zonder wanorde, of dat men zich inbeeldt (en die mensen zijn zeer zeldzaam) dat de keizerlijke regeringsvorm gerespecteerd zal worden, iedereen is het er over eens om veel vrijheid te wensen, men is daar al veel te lang van verstoken geweest.
Dit vind je misschien allemaal heel vervelend, maar men is verplicht om zich voor al die oude menselijke domheden te interesseren.
Dan geef ik hier nu de uitleg van die 1500 frank waar ik je daarnet over sprak: ik heb hier vier manuscripten in handen die verdeeld zouden kunnen worden over de Revue fantaisiste, de Revue européenne en misschien de Revue des Deux Mondes.
De opdracht waarover ik het had (Londen, Exposition Universelle, in mei) krijg ik alleen wanneer ik bij de Européenne blijf, dat een officieel tijdschrift is.
De heer Buloz nodigt me dringend uit om definitief bij hem te komen en er niet meer weg te gaan.
Maar de brave borst heeft zich aan de ene kant ingebeeld dat ik een slechte criticus was; hij wil van mij enkel werken uit pure verbeelding, en aan de andere kant is hij zo gierig dat hij mij nooit zal geven wat het Ministerie mij aanbiedt (1000 of 1200 frank per maand) en dan zal hij ongetwijfeld een rijke schrijver sturen.
In deze conjunctuur heb ik de opdracht zo goed als verspeeld en ook elke gunst van deze regering en zelfs van iedere regering. Ik zal naar de Revue des[ Deux] Mondes met romans, en later zal ik het grote plan voor Londen op eigen kosten gaan uitvoeren.
Bovendien heb ik in gedachten de Revue européenne al verraden: hier heeft u vier manuscripten. Die publiceert u verdeeld over enkele maanden, maar dan betaalt u mij wel meteen.
– Aangenomen.
Over alle literaire werken die ik in Honfleur ga vervolmaken, ga ik het niet hebben. dat zou te lang worden.
Het zal korter duren tijdens een gesprek. Kortom, twintig romanonderwerpen, twee toneelonderwerpen, en een groot boek over mijzelf, en mijn Verklaringen.
Maar over mijn dromen over geld praat ik nog minder, want dat zou nog langer duren.
Wat een hoop combinaties door elkaar geschud op papier!
Wat een getallen! Wat een inventieve manieren om rond te komen, mijn schulden af te betalen, mijn uitgaven, jouw 23.000 frank, en zelfs om fortuin te maken!
Wat een dromen allemaal! En toch gaat het leven zo bedroevend snel.
Bij dat soort dromen over geld zie ik zelfs al een symptoom van ouderdom.
We zullen zit alles samen bespreken en oplossen.
Ik denk dat ik twee of drie maanden na mijn intrek in jouw huis al kan gaan beginnen met je (bijna alles) terug te betalen met als doel jou tot mijn kassier te maken. Maar hoe nodig is dat ook!
Ik heb je dat al beloofd; en daarin volhard ik. Maar daarvoor moet jij wel de moed op kunnen brengen om goed te luisteren naar de details en goed naar mijn dromerijen.
Ancelle vertrekt aan het eind van de maand.
Ik heb zojuist mijn tweede kist laten verzenden (de Boilly, mijn Vader, de Greuze).
Daar zul je wel tevreden over zijn. Maar de lijsten komen later pas.
Je hetb vast wel het laatste nummer van de Revue fantaisiste ontvangen. In die van 1 augustus staat het eind van de Réflexions.
Antwoord me meteen, alsjeblieft. Ik hoef maar 200 te hebben voor de 27e en 300 voor de 30e.
En ik moet tussen 1 en 15 augustus 1500 frank krijgen.
De eerste twee maanden van mijn verblijf daar, geen stuiver.
Ik zal dan de drie delen moeten gaan bewerken waar de drukker al drie jaar op wacht .
Heel veel liefs. Charles.
Maak de kist niet open. Ik veronderstel dat kisten die zo goed gemaakt zijn geen vocht kunnen krijgen zelfs niet op de begane grond.
Nogmaals veel liefs.
C.B.
De luxe uitgave van Les Fleurs loopt erg slecht. Dat verwachtte ik al.
Met die foto ’s van klein en groot formaat komt de kunstenaar er niet uit.
Dat is heel normaal. Fotografie levert alleen maar zeer lelijke resultaten op.
Bovendien ben ik erg bang voor mijn Squelette, en voor mijn boeketten voor de fleurs vénéneuses.
Ik zou zelf tekeningen moeten maken.
Ik heb een abonnement genomen op douches met koud water.
Ondanks wat vermoeidheid voel ik me daar geweldig goed bij.
Serieus, ik voel de ouderdom, en omdat ik heel veel dingen te doen heb, ben ik bang voor die zwakheden van me.
Is die vreemde vriendin nu bij jou?
Gehele correspondentie Volgende brief