Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, 4 oktober, 25 oktober 1842.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

Édouard Manet. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder.Vertalingen Vivienne Stringa

Édouard Manet, 1832 — 1883.
Ex-Libris pour Le Corbeau d'Edgar Allan Poe, dans la traduction de Stéphane Mallarmé.

Zoom

  

Parijs, 4 oktober 1842.

 

Lieve mama,

    Ik wilde je een lange brief schrijven als antwoord op je eeuwige en wrede verwijten – maar ik heb momenteel geen tijd. – Ik schrijf je dit om 7 uur ’s avonds en ik ga er van uit dat mijn brief op tijd komt opdat je me morgen komt opzoeken. – Ik wacht op je tot 2 uur.
Je zult stoelen vinden en niets dat je moederkarakter in diskrediet kan brengen.
Veel liefs.

C.B.

Gisteravond ben ik niet bij madame Lenglet ontvangen en het is me niet gelukt te weten te komen waarom.

Parijs, 25 oktober 1842.

 

Lieve mama,

    Ik schrijf je niet om mijn verzoek te herhalen. Je weet dat ik genoeg thuis heb om twee of drie maanden en meer vooruit te kunnen. – Ik neem aan dat wanneer later de armoede voelbaar wordt, jij minder koppigheid zult aanwenden om niet te zwichten.

    Ik ga de heren Noguez in Bordeaux schrijven om de brieven op te vragen die mijnheer Saliz ongetwijfeld voor mij in Calcutta heeft aangetroffen, maar die hij me niet opstuurt, en daarom verzoek ik je dringend om me te vertellen of jij of generaal Aupick nieuws of documenten uit Bordeaux hebben gekregen voordat ik er was.

    Veel liefs uit alle oprechtheid en ik verzoek je om te geloven dat ik er op sta dat ik je nooit zal willen kwetsen – vooral door kinderachtigheden die alleen jij serieus kan maken.

C. Baudelaire

  Gehele correspondentie          Volgende brief