Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, april 1853.
Charles Baudelaire
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie
Odilon Redon. 1840-1916. Ophélie.
Parijs, april 1853.
Ik moest vannacht mijn huis uit, en heb – voor twee dagen waarschijnlijk, totdat iemand het zaakje voor me heeft geregeld – in een onvindbaar en geblindeerd hotelletje moeten slapen, want ik was thuis omsingeld en ik werd bespioneerd, zodat ik me niet meer kon verroeren.
Ik ben zonder geld van huis weggegaan om de doodeenvoudige reden dat er geen geld was.
Deze brief vraagt 10 frank van je, om tot de 15e die twee dagen door te komen.
Ik lig nog op bed, en wacht vol ongerustheid af.
Jouw 60 frank hebben nochtans hun vruchten afgeworpen, maar ik kan dat geld (900) pas aan het eind van de maand krijgen.
C.B.
Gehele correspondentie Volgende brief