Charles Baudelaire : Brussel, België. Aan Narcisse Ancelle. 25 februari 1865
Charles Baudelaire
Brussel, België. Aan Narcisse Ancelle
- Door Vivienne Stringa
- 14-09-2017
- Vertalingen: Correspondenties
Aan Narcisse Ancelle
Brussel, 25 februari 1865.
Beste vrind,
Ik ga de 150 frank, waarvan het reçu bij deze brief zit, weer aan het hotel geven. De rekening is weer een beetje hoger dan ik dacht. Zo kan ik mensen laten wachten, totdat de affaires van de boekhandel afgesloten zijn.
Het schijnt (zegt men) dat er twee boekhandels die zich aanbieden, maar de overeenkomsten zullen pas gemaakt worden als mijn vier boeken helemaal af zijn.
Ik werk langzaam, en met een slecht humeur.
Ook al heeft u onze afrekening over 1864 nog niet gemaakt, laat dat alstublieft niet het opsturen van de 150 frank vertragen.
Zijn de voorwerpen die bij Desoye en Jacquinet waren nu eindelijk allemaal bij u thuis? Heeft u alles weer teruggekregen, zonder uitzondering, van Jacquinet?
Leek de lessenaar u acceptabel gerepareerd?
En het slot?
U krijgt deze brief morgenochtend, zondag.
Ik veronderstel dat u mij pas maandag antwoordt (voor 5 uur ), dan heb ik die dinsdagochtend, laatste dag van de maand. Zo moet het.
Zet er niet op Hôtel du Grand Miroir, maar: Rue de la Montagne 28.
Hierdoor zal het erop uitdraaien dat ik de brief bezorgd krijg en niet naar het postkantoor hoef om hem af te halen.
La Correspondance sur Wisemann, getekend A. Z., is van Louis Blanc. ik heb het over L'Étoile Belge. Heeft u die gekregen?
Zodra de Histoires grotesques et sérieuses in de verkoop gaan, zal ik u een bon sturen voor een exemplaar.
De hartelijke groeten aan mevrouw Ancelle.
Uw toegewijde,
C.B.
Eind maart wil ik nog 150 frank van u hebben, en dan denk ik echt serieus dat ik terugkom.
Trouwens, een groot deel van de manuscripten ligt in Honfleur.
Die moet ik toch gaan ophalen.
Émile Claus. 1849–1924. Belgische kunstschilder