Charles Baudelaire, tweede deel volwassen periode. Inhoudsopgave-3.
Tweede deel volwassen periode.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave. Correspondentie Charles Baudelaire, tweede deel volwassen periode, nº3.
- Charles Baudelaire liet een grote hoeveelheid correspondentie na, zo'n 1500 brieven, geschreven vanaf zijn jeugd in 1832 tot aan 1866, een jaar voor zijn dood.
Deze gehele correspondentie heb ik, Vivienne Stringa, vertaald in het Nederlands, in 2002.
Op deze pagina's kunt u de volledige correspondentie lezen.
« Al die imbecielen kunnen me niet schelen, en ik weet dat dit boek met al zijn kwaliteiten en gebreken, zijn weg zal weten te vinden in de herinnering van de geletterde mensen. » C.B
- Door Vivienne Stringa
- 8-12-2017
- Vertalingen: Correspondenties
Charles Baudelaire
— Parijs, 16 februari 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.— Parijs, ongeveer 16 februari 1860, aan Philoxène Boyer.
— Parijs, vrijdag 17 februari 1860, aan Richard Wagner.
— Parijs, 18 februari 1860, aan Armand Fraisse.
— Parijs, 19-23 februari 1860, aan Feydeau, Malassis.
— Parijs, 23 februari 1860, aan Joséphin Soulary.
— Parijs, 28 februari 1860, aan Champfleury.
— Parijs, 28 februari 1860, aan Nadar.
— Parijs, 28 februari 1860, aan Joséphin Soulary.
— Parijs, 28 februari 1860, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 29 februari 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.— Parijs, 4 maart 1860, aan Mme Sabatier.
— Parijs, 4 maart 1860, aan Mme Sabatier.
— Parijs, 9 maart 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 11 maart 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 13 maart 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, half maart 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, half maart 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, half maart 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, ong. 15 maart 1860, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 26 maart 1860, aan Mme Aupick.— Parijs, eind maart 1860?, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 30 maart 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 2 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 4 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 10 april 1860, aan Eugène Crépet.
— Parijs, zaterdag 14 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, zaterdag 14 april 1860, aan Michel Levy.
— Parijs, 19 april 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, 19 april 1860, aan Mme Aupick.— Parijs, 20 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, ong. 20 april 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 22 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 22 april 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 23 april 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 25 april 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 27 april 1960, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 28 april 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, 28 april 1860, aan Alphonse de Calonne.
Charles Baudelaire
— Parijs, eind april 1860, aan Mme Aupick.— Parijs, eind april 1860, aan Adolphe le Maréchal.
— Parijs, 1 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 2 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 3 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, vrijdag 4 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, woensdag 9 Mei 1860, aan Eugène Crépet.
— Parijs, vrijdag 11 Mei 1860, aan Eugène Crépet.
— Parijs, zaterdag 12 mei 1860, aan Paul de Molènes.
Charles Baudelaire
— Parijs, 13 mei 1860, aan Eugène Crépet.— Half mei 1860, aan Joseph Méry
— Parijs, half mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 15 mei 1860, aan Philoxène Boyer.
— Parijs, ong. 15-20 mei 1860, aan Eugène Crépet.
— Parijs, 18 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 18 mei 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 20 mei 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, mei 1860, aan Ernest Bouju.
— Parijs, 26 mei 1860, aan Alfred Guichon.
Charles Baudelaire
— Parijs, 27 mei 1860, aan René Pincebourde.— Parijs, maandag 28 mei 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 26 juni 1860, aan Paul Dalloz.
— Parijs, 26 juni 1860, aan Gustave Flaubert.
— Parijs, eind juni 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, juni of juli 1860, aan Adolphe Maréchal.
— Parijs, zondag 1 juli 1860, aan Sainte-Beuve.
— Parijs, begin juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, begin juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, omstreeks 6 juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.— Parijs, 6 juli 1860, aan Gustave Claudin.
— Parijs, 6 juli 1860, aan Jules Barbey d'Aurevilly.
— Parijs, 12 juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 12 juli 1860, aan Joséphin Soulary.
— Parijs, 13 juli 1860, aan Alfred Guichon.
— Parijs, 14 juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 14 juli 1860, aan Edmond Duranty.
— Parijs, 21 juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, 22 juli 1860, aan Jean-Marc Baud.— Parijs, 28 juli 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 31 juli 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, eind juli 1860, aan Théophile Gautier.
— Parijs, 4 augustus 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs. 5 augustus 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 7 augustus 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 7 augustus 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 10 augustus 1860, aan Eugène Crépet.
Charles Baudelaire
— Parijs, 12 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.— Parijs, 12 augustus 1860, aan Joséphin Soulary.
— Parijs, 12 augustus 1860, aan Armand Fraisse.
— Parijs, 13 augustus 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, 15 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 16 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 18 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 20 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 21 augustus 1860, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 30 augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.— Parijs, eind augustus 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 1 september 1860, aan Arsène Houssaye.
— Parijs, begin september 1860, aan Eugène d'Auriac.
— Parijs, begin september 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 8 september 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 14 september 1860, aan Arsène Houssaye.
— Parijs, 27 september 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 27 september 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, voor oktober 1860, aan Eugène Crépet.— Parijs, 8 oktober 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 11 oktober 1860, aan Mme Aupick.
— 11-14 oktober 1860, aan E. Duranty, Mme Aupick.
— Honfleur, 18 oktober 1860, aan Malassis.
— Honfleur, 18 oktober 1860, aan Alcide Pierre Grandguillot.
— Parijs, oktober-november 1860, aan Arsène Houssaye.
— Parijs, 3 november 1860, aan Mme Aupick.
— Parijs, 6 november 1860, aan Alphonse de Calonne.
Charles Baudelaire
— Parijs, 8 november 1860, aan Eugène Crépet.— Parijs, 8 november 1860, aan Achille Bourdillat.
— Parijs, half november 1860, aan Camille Doucet.
— Parijs, 20 november 1860, aan Hyacinthe Rigaud.
— Parijs, 20 november 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 20 november 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 3 december 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, 3 december 1860, aan Alphonse de Calonne.
— Parijs, 5 december 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, 7 december 1860, aan Mme Aupick.— Parijs, 20 december 1860, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 21 december 1860, aan F. Bichet.
1861
— Neuilly, 1 januari 1861, aan Mme Aupick.
— Neuilly, begin januari 1861, aan Arsène Houssaye.
— Neuilly, 5 januari 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Neuilly, ongeveer 5 januari 1861, aan Mme Aupick.
— Neuilly, 7 januari 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— 9 januari 1861, aan A. Bourdillat.
Charles Baudelaire
— Parijs, 11 januari 1861, aan Mme Aupick.— Parijs, 16 januari 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 16 januari 1861, aan Félix Bracquemond.
— Parijs, 17 januari 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, 17 januari 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 20 januari 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, januari-februari 1861, aan Eugène de Broise.
— Parijs, 9 februari 1861, aan Armand du Mesnil
— Parijs, 10 februari 1861, aan Achille Bourdillat.
Charles Baudelaire
— Parijs, februari 1861, aan Eugène Crépet.— Parijs, 21 februari 1861, aan Armand Du Mesnil.
— Parijs, 22 februari 1861, aan Louis Bellaguet.
— Parijs, begin maart 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, begin maart 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, halverwege maart 1861, aan Aimé Blaisot.
— Parijs, ongeveer 20 maart 1861, aan Eugène de Broise.
— Parijs, 20 maart 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 25 maart 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, 29 maart 1861, aan Mme Aupick.— Parijs, 30 maart 1861, aan Paul Meurice.
— Parijs, 1 april 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 3 april 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 4 april 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, 4 april 1861, aan Auguste Vacquerie.
— Parijs, 9, 10 april 1861, Auguste Poulet-Malassis, Ernest Reyer.
— Parijs, 29 april 1861, aan Théophile Gautier.
— Parijs, 2 mei 1861, aan M. Gélis.
Charles Baudelaire
— Parijs, begin mei 1861, aan Auguste Lacaussade.— Parijs, begin mei 1861, aan Paul de Saint-Victor.
— Parijs, 6 mei 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 6 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 7 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 7 mei 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, 8 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 10 mei 1861, aan Franz Liszt.
— Parijs, 21 mei 1861, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 20-25 mei 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.— Charles Baudelaire, Contract. 24 mei 1861.
— Parijs, ongeveer 25 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 27 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 30 mei 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 4 juni 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 4 juni 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, juni 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, juni of zomer 1861, aan Eugène Crépet.
Charles Baudelaire
— Parijs, ongeveer 10 juni 1861, aan Eugène Crépet.— Parijs, 19 juni 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, 19 juni 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 21 juni 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, juli 1861, aan Louis Martinet.
— Parijs, 9 juli 1861, aan Louis Bellaguet.
— Parijs, woensdag 10 juli 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 11 juli 1861, aan [onbekend].
— Juli 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
Charles Baudelaire
— Parijs, 25 juli 1861, aan Mme Aupick.— Parijs, 27 juli 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, 30 of 31 juli 1861, aan Léon Cladel.
— Parijs, 6 augustus 1861, aan Aimé Blaisot.
— Parijs, augustus 1861, aan Eugène Crépet.
— Parijs, half augustus 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, 21 augustus 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, 27 augustus 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
— Parijs, 1 september 1861, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 2 september 1861, aan Mme Aupick.— Parijs, 5 november 1861, aan [Onbekend].
— Parijs, 6 november 1861, aan Philibert Rouvière.
— Parijs, 7 november 1861, aan Auguste Lacaussade.
— Parijs, 13 november 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, november 1861, aan Mario Uchard.
— Parijs, 2 december 1861, aan Édouard Dentu.
— Parijs, 11 december 1861, aan Abel François Villemain.
— Parijs, december 1861, aan Charles Asselineau.
Charles Baudelaire
— Parijs, 16 december 1861, aan Alfred de Vigny.— Parijs, ongeveer 16 december 1861, aan Alfred de Vigny.
— Parijs, rond 29 december 1861, aan Arsène Houssaye.
— Parijs, maandag 23 december 1861, aan Victor de Laprade.
— Parijs, Kerst 25 december 1861, aan Mme Aupick.
— Parijs, Kerst 1861, aan Arsène Houssaye.
— Parijs, Kerst 1861, aan Armand Du Mesnil.
— Parijs, 27 december 1861 , aan Michel Masson.
— Parijs, zaterdag 28 december 1861, aan Mme Aupick.
Charles Baudelaire
— Parijs, 30 december 1861, aan Jules de Saux.— Parijs, 30 december 1861, aan Edmond Texier.
— Parijs, eind december 1861, of begin januari 1862, aan Malassis.
— Parijs, 1861, aan Auguste Poulet-Malassis.
1862
— Parijs, [1861-1862.], aan Eugène Crépet, Philippe Burty.
— Parijs, ongeveer 15 januari 1862, aan Mme Aupick.
— Parijs, zondag 19 januari 1862, aan Jules de Saux.
— Parijs, 24 januari 1862, aan Gustave Flaubert.