Correspondentie Baudelaire, aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 9 oktober 1857.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS.
Parijs, 9 oktober 1857.
Beste vriend,
Ik was wat laat met het toesturen van dit briefje omdat ik tegelijkertijd u een lange brief schrijven met al mijn grieven die ik heb jegens u.
U krijgt hem wel, die brief, zodra ik twee uur voor mezelf heb. Mijn belang is het uwe ook! U spot met me, beste vriend, en u gebruikt met name uw betreurenswaardige talent van brutaliteit tegen uw intimi.
Als u eens kon begrijpen wat voor schade u uzelf heeft aangebracht met uw belachelijke chirurgische operatie! De aanklachten zijn een tijdje gestopt. En uiteindelijk zijn ze geëxplodeerd.
Natuurlijk, heb ik, want dat recht had ik, alle schuld op Malassis gegooid.
Alles wat ik u nu vraag voor dit moment, maar dat doe ik wel met nadruk, als een soort van verzoek (want welke formule moet ik anders aanwenden voor een temperament zo licht als het uwe!) is geen nieuwe verbeteringen in de druk aan te brengen voordat wij samen zijn overeengekomen over de manier waarop dat gedaan moet worden.
Het zal misschien noodzakelijk zijn om met een redelijk exemplaar een paar mensen uit die honderd imbecielen die erin getrapt zijn schadeloos te stellen.
De uwe.
Groeten aan uw moeder, en aan onze vrienden.
Ch. Baudelaire.