Correspondentie Baudelaire, aan Auguste Vitu. Parijs, 9 juni 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE VITU
Parijs, 9 juni 1855.

 

Beste vriend,

    U bent altijd zo perfect aardig voor mij dat ik ook op u reken voor de volgende dingen.

    Zal ik morgen om twaalf uur komen voor de proefdrukken, met mijn vierde artikel?
Ik weet het niet. Mijn dwalende leven heeft me helemaal ontwricht. Ik ben momenteel al bij mijn derde klysma.
Wilt u daarom mijn proefdrukken herlezen, als u mijn artikel heeft gelezen met mijnheer Cohen.
Wees goed op uw hoede met die machtige Guillaume, die geniepige Pellerin die Voltaire zou hebben behaagd, want het is een pelgrim bedekt met schelpen. Bied mijn excuses aan mijnheer Cohen aan, vertel hem dat het het laatste artikel is dat gewijd is aan één man, en of hij alstublieft niet te veel gebruik wil maken van zijn macht om dingen door te strepen.
Daarbij, u kent mijn gedachten zo goed dat u hem datgene mag uitleggen dat niet goed verteld is. Bovendien heeft vader Ingres me een hondse pijn gedaan.

    Herzie het maar op de kopie. Weinig strepen en onderstrepen, maar toch wel een paar.

Ch. B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief