Correspondentie Baudelaire, aan Gustave Rouland. Parijs, 4 juni 1857.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
Aan GUSTAVE ROULAND
Parijs, zondag 26 november 1843.
Beste vriend,
Geachte mijnheer de Minister,
Mijn werk heeft me tot nu toe, zonder dat ik daarmee ruimschoots in mijn behoeften kon voorzien, behoed voor verzoeken waar ik altijd een hekel aan heb gehad, maar vanwege urgente noodzakelijkheden hebben mij er heden toe besloten me te richten tot Uwe Excellentie om een verzoek in te dienen teneinde aanspraak te maken op de fondsen van les Sciences et les Lettres.
Een van de overwegingen die mijn spijtbetuiging om mij te beroepen tot een dergelijk verzoek enigszins kan temperen, is het feit dat ik me er bewust van ben dat ik alles wat in mijn mogelijkheden lag om het te vermijden heb gedaan, en ook de zekerheid die ik heb om bij Uwe Excellentie het belang/de interesse te mogen vinden.
De recente getuigenissen van welwillendheid die aan de Société waarvan ik al twaalf jaar lid ben blijkgegeven zijn, maken dat ik mag hopen op een gunstige ontvangst voor mijn verzoek.
Ik ben zo vrij om bij mijn verzoek de lijst te voegen van de voornaamste werken die ik gepubliceerd heb, evenals van de aankondiging van het werk dat momenteel onder de pers ligt.
Vol respect voor Uwe Excellentie,
Hoogachtend,
Charles Baudelaire.
Quai Voltaire 19.
La Fanfarlo, - Salon de 1845, - Histoires extraordinaires, Nouvelles Histoires extraordinaires, - en in verschillende bundels : articles d’art, - méthode de critique, - Ingres et Delacroix, - bij le Moniteur: het derde deel van Les Histoires extraordinaires, etc…
In voorbereiding : Les Fleurs du Mal, poëzie.
–Curiosités esthétiques, - Aperçu historique sur le Conspirateur et le Favori.