Correspondentie Baudelaire, aan Madame Aupick. Parijs, zomer 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, zomer 1855.

 

Lieve moeder,

     Hartelijk bedankt. Ik zou heel blij zijn geweest als ik in het pakje een briefje van je had aangetroffen.
Maar misschien heb je me wel willen straffen, en me laten voelen dat ik je te vaak verwaarloos?

     Ik wil je niet vervelen en vermoeien met mijn verdriet.
Moge het genoeg zijn dat je weet dat er nooit een dag voorbij gaat zonder dat mijn ogen niet naar jullie hut draaien.

     Wat een leegte rondom mij! Wat een donkerte!
Wat een morele duisternis en wat een angst voor de toekomst!

Veel liefs en ik houd van je.

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief