Correspondentie Baudelaire, aan Madame Huriez. Parijs, 18 januari 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME HURIEZ
Parijs, 18 januari 1855.

 

    Ik weet de naam niet van de zuster van mijnheer Champfleury, ik vraag haar om excuses voor de vreemde manier van mijn handelen.
Omdat ik zelf ziek ben, kan ik haar zelf niet vragen hoe het met haar broer gaat, van wiens toestand ik pas eergisteren gehoord heb, en zijn nieuwe adres hoorde ik pas gisteren.
Ik verzoek haar dringend of zij zo vriendelijk wil zijn om mij iets te vertellen over de huidige toestand van haar broer, waarvoor ik haar hartelijk wil danken.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief