Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, 21 maart 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 21 maart 1857.

 

    Helaas! Vriend, ik heb een afschuwelijke hekel aan verbeterbladen, en dus wil ik het herstelde vel terug.
Ik WIL, zoals u zegt, een absurde en kinderlijke uitgave gaan doen (het zetwerk, het papier en de oplage drukken) en aangezien u, dat erken ik, uitmuntende redenen heeft om te denken dat u gelijk heeft, is het terecht dat ik u deze uitgaven terugbetaal.
U moet geloven dat ik genoeg orde heb om dat geld opzij te zetten.

Uw nieuwe dankbetuiging is beter, veel beter.

Andere onderwerpen van ongerustheid:

    Aanhalingstekens: u vergist zich, arme vriend, ik leek het goed te keuren, en in die strokenproeven heb ik alleen maar één enkel systeem gewild, en ik heb gedacht dat u liever degene had die u in werkelijkheid net zo afkeurt als ik.
– Dus, ik zou u heel erkentelijk zijn indien u die overbodige hoeveelheid aanhalingstekens verkleint tot het hoogst nodige, zoals u me dat zo goed uitlegt in uw brief van vanmorgen (21 maart).
– Alleen, ik moet wel goed van te voren op de hoogte worden gebracht van de verandering, zodat ik me aan dit definitieve systeem kan houden.

    Ander ongeluk: wat zijn die twee vellen die u me vraagt, of het moet gaan om die enige twee die ik had en die ik u heb teruggezonden  de 19e?
Dan heeft de post die dus kwijt gemaakt, want u had ze bij u moeten hebben toen u me uw laatste brief schreef.
Dan blijft er alleen nog maar als toppunt van ongeluk over dat u alweer bent begonnen met drukken, zonder op die vellen te wachten. Want deze keer – in die twee vellen – stonden een heleboel fouten.

    Herstel dus dat vel met de kwestie van de aanhalingstekens, en wat de rest betreft, de zetter moet zich strikt aan de laatst teruggestuurde drukproef houden, aan dat vel waarvan ik, de ongelukkige, dacht dat het een drukproef was.

    Voor wat betreft uw voorstel voor die twee weken, ja, van harte, - zodra ik u uw tweede boek in zijn geheel heb aangeleverd.

    U zegt dat ik gek ben. Ik zou u wel eens willen zien dat u uw eigen werk op het spel zet onder omstandigheden die niet precies tot tevredenheid stemmen.

Uw toegenegen, en excuses voor mijn verdrietige stemming,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief