Correspondentie Baudelaire, aan Malassis. Parijs, maandag 27 april 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, maandag 27 april 1857.

 

Beste vriend,

    Ik wilde u heel hartelijk danken voor uw brief van vanochtend. Maar in werkelijkheid is het te mooi.
En omdat ik u geen gelegenheid meer wil geven om boos te worden, krijgt u ook niet meer de gelegenheid om er de sporen van uit te wissen.

    Dan nu de vraag:

    Vanavond doe ik uw strokenproeven (al uw strokenproeven) op de post, omgewerkt met zoveel zorg dat het herlezen van de drukproeven maar een miniem werkje zal zijn.

    Ik vanaf vanmiddag dus beginnen met Les Curiosités.
Het echte werk van Les Curiosités bestaat uit het herzien van het eerste stuk (Salon de 45).
Herstelwerk van het artikel Caricaturistes (die moeten in La Revue Française komen) en het maken van twee nieuwe stukken (Peintres raisonneurs - Excitations artificielles), die – gelukkig maar, bijna klaar zullen zijn.

    Al met al is er dus niets dat me kan verhinderen om u per dag alles op te sturen wat ik zal maken.
Maar als u wilt weten hoe groot het boek wordt, dan moet ik u eerst een rekensom van letters geven.

    De kwestie Alençon:

    Het laatste feuilleton is af, en ik had vijf dagen nodig om bij te komen, en toen heb ik al mijn geld opgemaakt.

    Ik moet niet alleen naar Alençon, maar ook naar Lyon.
De geldkwestie is miniem, want ik kan op alle lijnen gratis reizen. Maar ik zou het erg vinden als ik ongerustheden achter me zou laten, en ik wil dat dit manuscript voor alles volledig is.

    Dus, ga ik wel naar Alençon, maar later, over twee weken misschien.
En terwijl ik dan naar Lyon ga, kunt u de eerste vellen opzetten. Maar let op, ook al weet ik dat het manuscript niet in twee weken af kan zijn, ik kan u er daarom nog wel de eerste stukken van  opsturen voor de 15e, als u dat wilt.

    De affaire van Le Roman de la momie baart me zorgen, en wel hierom: ik ben bang dat u er een ijver van uw eigen ijdelheid in gaat stoppen.
Het is wel zo dat het een goede zaak is, en dat de prijs zo dicht bij de uwe komt dat het bijna dezelfde is, maar Théophile is gewend om op zijn boekhandelaren te rekenen, die voldoen aan een gedwongen verkoop van 4000 exemplaren.  U weet dat de oplage wat hoger kan zijn. Adieu, ik ga werken aan La Révolte, Vin  en La Mort.

Ch. Baudelaire.

    Ik heb de goede vellen van Les Cariatides doorgenomen.
Er zitten vreselijke fouten in. U zou er echt beter op moeten letten.

    Ik heb geen cent meer om deze brief te frankeren, en daarom wacht ik ook tot vanavond om het einde van Le Spleen et l´Idéal op te sturen, waarbij ik dan ook uiteraard de rest doe.

Kijk goed naar mijn laatste vel.

  Inhoudsopgave     Volgende brief