Correspondentie Baudelaire, aan Mme Aupick, Louis Ulback. Parijs, 11 augustus 1854.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK

 

[Begin augustus 1854. zie de brief van de 14e: “Je hebt mijn brief niet goed gelezen: ik heb je geschreven dat de onderbroken publicatie weer over twee of drie weken zou beginnen, vanaf 5 augustus”.]

REÇU

[10 augustus 1854. reçu van Le Pays:  90 frank.]

      getekend : Ch. Baudelaire.]

REÇU

[10 augustus 1854. ontvangen van Le Pays : 110 frank, « voor redactiehonorarium van juli 1854.» Getekend: Ch. Baudelaire.]

AAN LOUIS ULBACHK
Parijs, 11 augustus 1854.

 

Beste mijnheer Ulbach,

    U kunt het begin van het manuscript aan de heer Albert geven, die het me morgenochtend zal komen terugbrengen: Du rire et de la caricature.
De rest is allemaal bij mij thuis. Ik kan het geheel in enkele dagen bewerken.
Echter, indien de bibliotheek lange tijd gesloten zal zijn, zal ik met name bij de buitenlandse Karikaturisten enkele lacunes moeten laten, die pas achteraf zullen kunnen worden aangevuld.

Een handdruk voor mijnheer Du Camp.

Uw toegewijde,           Ch. Baudelaire

Vijf vellen.

Maak mijn hémistiche maar opnieuw.

  Inhoudsopgave     Volgende brief