Correspondentie Baudelaire, aan Mme Aupick. Parijs, zondag 22 oktober 1854.
Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode
AAN MADAME AUPICK
Parijs, zondag 22 oktober 1854.
Half één.
Je brief laat me erg schrikken. Hoe kun je nu verwachten dat je morgen bij mevrouw Trolley kunt komen om twaalf uur terwijl je ziek bent?
En wat noem jij een cholerine?
Maar ik zal toch om klokslag twaalf uur bij haar zijn.
Ik wil best dat de Duivel me meeneemt als ik weet wat ik morgenochtend ga doen als ik tegenover die kleermaker sta die noch ZIJN KLEREN noch zijn geld krijgt.
Je brief draagt sporen van een lijdensweg en vermoeidheid.
Het lijkt wel of je brief verstrooid is.
Ik ga meteen Mijnheer Ancelle schrijven, of liever naar mevrouw Trolley toe om haar te vragen of zij hem wil waarschuwen welk verschrikkelijk probleem me over enkele uren zal overvallen.
Wat betreft de kranten, jij maakt je altijd torenhoge zorgen om niets.
Je mag mijn rekening aan de eerste de beste loopjongen geven, die kan die boodschap met gemak doen, als hij twaalf nummers betaalt.
Wat is dat nu weer die cholerine? Doe uiterst voorzichtig morgen en kom met het rijtuig heel goed en warm ingepakt.
Wat zijn ook al die verwijten die je me maakt, en die antichambre en mijnheer Aupick, welk nieuw probleem heb ik je nu weer veroorzaakt vanochtend?
Omdat je ermee instemt om morgen daarheen te komen om twaalf uur, kijk zo goed mogelijk uit dat je het niet koud hebt.
CHARLES.
[brief gevoegd bij de vorige.]
Bij mijnheer Breteau, boeken- en krantenhandelaar passage de l’Opéra, tegenover de Opéra, of anders bij het bestuur van de krant Le Pays, faubourg Montmartre, twee drukproeven kopen van de volgende artikelen:
(zoek van 13 tot en met 31 september [sic])
- La Barrique d’Amontillado
- Le Démon de la perversité et Philosophie de l’ameublement } zelfde nummer
- Morella
- Metzengerstein
- Le Diable dans le beffroi
- Mort ou vivant?
IN TWEEDE FEUILLETON
Algemene titel
Histoires extraordinaires