Correspondentie Baudelaire, aan Mme Sabatier. Parijs, vrijdag 25 september 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME SABATIER.
Parijs, vrijdag 25 september 1857.

 

Zeer geliefde vriendin,

    Ik heb gisteren een enorme stommiteit begaan. Omdat ik wist dat u dol bent op oude dingetjes en prullaria, had ik al heel lang mijn oog laten vallen op een inktpot die u wel zou kunnen behagen. Maar ik durfde hem niet op te sturen naar u.
Een van mijn vrienden toonde toen zijn belangstelling om de inktpot te willen kopen, en toen nam ik het besluit.
Maar zie mijn teleurstelling toen ik een versleten, afgebrokkeld en bekrast voorwerp aantrof, en hij zag er zo mooi uit achter de etalageruit.

    Wat was nu de stommiteit: ik heb bij de handelaar geen visitekaartje noch briefje voor u achtergelaten, en het voorwerp is dus bij u aangekomen, zomaar, als een mysterie: ik ben de schuldige. Verdenk dus niemand anders.
Ik heb er vanavond pas over na kunnen denken.

Geloof in de oprechte gevoelens en groeten van uw zeer toegewijde vriend en dienaar.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief