Correspondentie Baudelaire, aan Philoxène Boyer. Parijs, eind juni 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN PHILOXÈNE BOYER
Parijs, eind juni 1855.

 

Beste Lyrique,

    U weet dat mensen die elkaar het meest mogen elkaar nooit zien. Maar dat moet u mij niet kwalijk nemen. Hetzelfde geldt voor Champfleury.

    Daarbij is mijn leven sinds enige tijd een permanent onweer, en een heel gevarieerd onweer. Alles is er.

    Ik wilde u het volgende vragen: geef aan Albert voor mij boekhandelcatalogi, als u die heeft, en, een briefje ( u zult dat wel uit uw hoofd weten ) waarin de verschillende toneelwerken staan die in Frankrijk zijn gepubliceerd; - (het gaat niet om Racine, Molière, Corneille, Beaumarchais, etc.). Het gaat om buitenlandse theaters, - bijzondere edities, Schiller bijvoorbeeld, Calderon bijvoorbeeld, etc.
En ook algemene edities, bijvoorbeeld collecties.
Ik zou er bijzonder veel aan hechten indien u mij er een kunt aanwijzen waarin ook Aziatisch toneel staat.

Asselineau doet u de groeten.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief