Correspondentie Baudelaire, aan Sainte-Beuve. Parijs, 19 maart 1856.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN SAINTE-BEUVE
Parijs, 19 maart 1856.

 

Mijn geachte protector,

    Hierbij een literair genre dat bij u misschien niet zoveel enthousiasme zal opwekken als bij mij, maar dat u wel zeker zal interesseren.
Edgar Poe moet, dat wil zeggen ik wens dat Edgar Poe, die in Amerika niet veel succes heeft, een groot man moet worden voor Frankrijk, ik weet hoe rechtschapen u bent en liefhebber van nieuwigheden, en daarom heb ik uw medewerking beloofd aan Michel Lévy.

    Kunt u een klein stukje schrijven voor me waarin u me vertelt dat u iets zult doen voor l’Athenaeum  of ergens anders? Want in dat geval schrijf ik Dhr. Lalanne dat hij dat niet aan een ander moet overdragen, - gezien het feit dat uw schrijfwerk een bijzondere autoriteit heeft die ik nodig heb.

    U zult aan het eind van de Notice (die alle meningen tegenspreekt die in de mode zijn over de Verenigde Staten) zien, dat ik nieuwe studies aankondig.
Ik zal u later vertellen over de meningen van deze aparte man op het gebied van wetenschappen, filosofie en literatuur.

Ik laat mijn immer gekwetste ziel in uw handen,

CH. BAUDELAIRE.

18, rue d’Angoulême-du-Temple.

Mocht er nog een exemplaar nodig zijn voor de directeur van de krant, laat hem die dan ophalen bij de boekhandel.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief