Correspondentie Baudelaire: België, aan Charles Asselineau. Brussel, 5 februari 1866.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Michiel Hendryckx.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Michiel Hendryckx, 1951. Belgisch fotograaf.

AAN CHARLES ASSELINEAU
Brussel, 5 februari 1866.

 

     […] het is niet makkelijk voor mij om te schrijven. Als u me goede raad kunt geven, dan zou U me een groot plezier doen. Om het maar eens duidelijk te zeggen, ik ben sinds twintig maanden bijna onafgebroken ziek geweest… In februari vorig jaar kreeg ik een heftige zenuwpijn in mijn hoofd, of een hevige reumatiek, stekend.
Ongeveer twee weken lang. Misschien is het iets anders?
Dezelfde aandoening kwam terug in december. In januari, weer een ander avontuur: op een avond, was ik geheel nuchter en toen begon ik te rollen en voorover te vallen als een dronken man, ik hield me vast aan de meubels en die trok ik mee.
Ik moest gal overgeven of wit schuim. Het gaat steeds in deze volgorde: ik voel me prima, ik ben nuchter, en dan ineens, zonder voorteken of duidelijk aanwijsbare reden, voel ik me vaag, verstrooid, en ben verdoofd.
En dan een afschuwelijke pijn in mijn hoofd. Dan moet ik absoluut vallen, als ik dan tenminste niet al op mijn rug lig. Daarna koud zweet, overgeven en dan ben ik heel lang verdoofd. Voor de zenuwpijnen had ik pillen gekregen die samengesteld waren uit kinine, digitalis, belladonna en morfine.
En het innemen van kalmerend water en terpentine, wat helemaal niet hielp overigens, naar wat ik geloof. Voor die duizelingen had ik Vichy water, valeriaan, ether, en Pullnawater. – Het bleef aanhouden.
Nu heb ik pillen met daarin, naar wat ik me herinner, valeriaan, of zinkoxyde, en duivelsdrek, etc, etc. zou dit dan een antispasmen middel zijn?
– Het is nog steeds niet over. En toen kwam bij de dokter het hoge woord uit: hysterie.
In goed Frans: ik weet het ook niet meer. Hij wil dat ik veel ga wandelen, heel veel.
Dat is absurd. Buiten het feit dat ik zo verlegen en onhandig ben geworden dat ik het op straat onverdraaglijk vind, is het hier onmogelijk om te wandelen, vanwege de toestand van de straten en de wegen, vooral met dit weer.
Dit is de eerste keer dat ik toegeef aan de verleiding om te klagen.
Weet u soms wat dit voor soort aandoening is?  Heeft u dit al eens eerder gezien? …

Nogmaals bedankt voor uw mooie brief.
Bezorg me wat afleiding met een antwoord van u.
En een handdruk voor Banville, Manet en Champfleury als u hen ziet.

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief